Risicovolle (Bevi-)inrichtingen
Voor (de omgeving van) de meest risicovolle bedrijven is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van belang. Het Bevi legt veiligheidsnormen op aan bedrijven die een risico vormen voor mensen buiten de inrichting. Het Bevi is opgesteld om de risico's, waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle bedrijven, te beperken. Het besluit heeft tot doel zowel individuele als groepen burgers een minimaal (aanvaard) beschermingsniveau te bieden. Via een bijhorende ministeriële regeling (Revi) worden diverse veiligheidsafstanden tot kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten gegeven. Aanvullend op het Bevi zijn in het Vuurwerkbesluit en het Activiteitenbesluit (Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer) veiligheidsafstanden genoemd die rond minder risicovolle inrichtingen moeten worden aangehouden.
Vervoer gevaarlijke stoffen door buisleidingen
Met betrekking tot het beleid en de regelgeving voor het vervoer van gevaarlijke stoffen door buisleidingen zijn er de afgelopen jaren verschillende ontwikkelingen geweest. Zo is er een nieuw Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en een Structuurvisie buisleidingen. Deze structuurvisie bevat een lange termijnvisie op het buisleidingentransport van gevaarlijke stoffen.
Het Bevb en de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) regelen onder andere welke veiligheidsafstanden moeten worden aangehouden rond buisleidingen met gevaarlijke stoffen. Op basis van het Bevb wordt het voor gemeenten verplicht om bij de vaststelling van een bestemmingsplan, op basis waarvan de aanleg van een buisleiding of een kwetsbaar object of een risicoverhogend object mogelijk is, de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico in acht te nemen en het groepsrisico te verantwoorden.
Vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor
Het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) stelt regels aan transportroutes en de omgeving daarvan. Zo moet een basisveiligheidsniveau rond transportassen (plaatsgebonden risico) en een transparante afweging van het groepsrisico worden gewaarborgd.
Als onderdeel van het Bevt is op 1 april 2015 tevens het basisnet in werking getreden. Het basisnet verhoogt de veiligheid van mensen die wonen of werken in de buurt van rijksinfrastructuur (auto-, spoor- en vaarwegen) waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. In de regeling ligt vast wat de maximale risico’s voor omwonenden mogen zijn. Die begrenzing was er tot nu toe niet. Bovendien zorgt het basisnet ervoor dat gevaarlijke stoffen tussen de belangrijkste industriële locaties in Nederland en het buitenland vervoerd kunnen blijven worden.
Indien een bestemmingsplan betrekking heeft op een gebied dat geheel of gedeeltelijk gelegen is binnen 200 m van een (basisnet)transportroute voor gevaarlijke stoffen, moet in de toelichting ingegaan worden op de dichtheid van personen in het invloedsgebied van de transportroute op het tijdstip waarop het plan wordt vastgesteld. Hierbij moet rekening worden gehouden met de personen die a) in dat gebied reeds aanwezig zijn, b) in dat gebied op grond van het geldende bestemmingsplan redelijkerwijs te verwachten zijn en c) de redelijkerwijs te verwachten verandering van de dichtheid van personen in het gebied waarop dat plan betrekking heeft.
Planspecifiek
Het beoogde plan voorziet in de bouw van 8 woningen en de transformatie van een bestaande bedrijfskavel. Hierbij worden zowel gevoelige als beperkt gevoelige bestemmingen toegevoegd aan de bestaande situatie. Om na te gaan of er risicovolle inrichtingen en/of transportroutes van gevaarlijke stoffen aanwezig zijn, is de risicokaart externe veiligheid en het basisnet geraadpleegd. Zie hieronder voor een fragment van de risicokaart.
Fragment kaart externe veiligheid (plangebied omcirkeld in het rood, bron: Atlas leefomgeving)
Transport van gevaarlijke stoffen via buisleiding
Op een afstand van circa 115 meter van het plangebied ligt een aardgasleiding. Deze leiding beschikt niet over een PR-contour en ligt op genoeg afstand om geen gevaar te vormen voor het voorliggende plan. Geacht wordt dat buisleidingen geen belemmering vormen voor het voorliggende plan.
Transportroute van gevaarlijke stoffen via spoor, water en weg
Het plangebied is gelegen op een afstand van minimaal 95 meter van de A4 waarbij deze gebruikt wordt voor het transport van gevaarlijke stoffen. De planlocatie ligt buiten de PR-contour van de A4. Een deel van het plangebied ligt binnen het explosie aandachtsgebied van de A4. Het beoogde plan voorziet enkel dat er een bedrijventerrein wordt aangelegd binnen dit aandachtsgebied.
Om een indicatie te krijgen voor het groepsrisico is er gekeken naar de omgeving van het plangebied en de beoogde ingreep. In de huidige situatie is er sprake van een significante hoeveelheid aan zowel woning- en bedrijfsbestemmingen. Het voorliggende plan voorziet in de aanleg van 8 burgerwoningen en schept de mogelijkheid voor de aanleg van één of meerdere bedrijfsverzamelgebouwen. Het gevolg hiervan is dat er meer mensen over het algemeen in het gebied rondom de A4 zal zijn, maar deze toename is dermate klein dat de verwachting is dat er geen sprake is van een rekenbare toename van het groepsrisico. Voor het vaststellen benodigde maatregelen en voorzieningen moet er gekeken worden naar het maatgevende scenario.
Om het invloedsgebied van deze weg te bepalen is het noodzakelijk om de getransporteerde stofcategorieën per jaar te analyseren. In het rapport 'Rapport toetsing realisatiecijfers vervoer gevaarlijke stoffen over de weg aan de risicoplafonds Basisnet' zijn de intensiteiten opgenomen, deze zijn weergeven in de tabel hieronder.
Stofcategorie | Omschrijving | Jaarintensiteit |
LF1 | Brandbare vloeistoffen | 11335 |
LF2 | Brandbare vloeistoffen | 39828 |
LT1 | Toxische vloeistoffen | 82 |
LT2 | Toxische vloeistoffen | 620 |
LT3 | Toxische vloeistoffen | 189 |
GF1 | Brandbare gassen | 0 |
GF2 | Brandbare gassen | 0 |
GF3 | Brandbare gassen | 4000* |
Jaarintensiteit gevaarlijke stoffen over de A4 (Bron: Basisnet Weg), * Aandeel LPG = ~24%
Het invloedsgebied van LPG bedraagt 355 meter en overlapt het plangebied. Het invloedsgebied voor toxische stoffen van de A4 wordt bepaald door de stofgroep LT3 (toxische vloeistoffen). De stofgroep LT3 heeft een invloedsgebied van >4.000 meter. Dit invloedsgebied overlapt het gehele plangebied. Daarom dient een beschrijving gegeven te worden van de aspecten ‘zelfredzaamheid’ en ‘bestrijdbaarheid’.
Mogelijkheden tot zelfredzaamheid
Zelfredzaamheid is het zichzelf kunnen onttrekken aan een dreigend gevaar, zonder daadwerkelijke hulp van hulpverleningsdiensten. De mogelijkheden voor zelfredzaamheid bestaan globaal uit schuilen en ontvluchting. Het zelfredzame vermogen van personen in de buurt van een risicovolle bron is een belangrijke voorwaarde om grote effecten bij een incident te voorkomen. In het plangebied bevinden zich functies die specifiek als gevoelig en beperkt gevoelig beschouwd kunnen worden.
Deze functies bevinden zich buiten de 200 meter-zone van de A4 en buiten de groepsrisicocontouren van de hierboven beschreven inrichtingen. Het is natuurlijk niet uit te sluiten dat kinderen, ouderen en/of gehandicapten in de woningen in het oostelijke deel van het plangebied zullen gaan wonen of aanwezig zijn.
Maatgevende scenario BLEVE
Het maatgevende scenario voor de rijksweg is een BLEVE (Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion). Er wordt onderscheid gemaakt tussen een warme BLEVE en een koude BLEVE. Bij een warme BLEVE kan door een incident op de weg of bij het tankstation een brand ontstaan waarbij een tankwagen met LPG is betrokken. Vanwege oplopende temperaturen neemt dan de druk in de tank met LPG toe. Binnen circa 20 minuten leidt het vrijkomen en het ontsteken van de inhoud tot overdrukeffecten en een grote vuurbal, een BLEVE. Een koude BLEVE treedt op zonder of voordat de LPG-tankwagen (maximaal) is opgewarmd door een externe brand. Het scheuren van de tank wordt veroorzaakt door een plaatselijke verzwakking van de tankwand. De maximale druk en temperatuur worden in dit scenario niet bereikt. De hittestraling van een BLEVE is kort en hevig en kan secundaire branden in de omgeving veroorzaken. Ontvluchting in het geval van een BLEVE is mogelijk, mits er geen bijzondere beperkingen zijn ten aanzien van zelfredzaamheid van aanwezigen.
Scenario toxische gassen
Door een incident met een tank(wagen) waarin toxische stoffen vervoerd/bewaard worden, kan de tankwand scheuren waardoor een groot deel van de toxische vloeistof in korte tijd uitstroomt. De toxische stof verdampt deels direct en wordt gedurende korte tijd meegevoerd door de wind. De resterende vloeistof vormt een plas. Het gevaar kan door de aanwezigen in het benedenwindse effectgebied opgemerkt worden door de herkenbare geur van ammoniak. Aanwezigen kunnen het beste binnen in gebouwen schuilen tegen de toxische effecten van het scenario.
Vluchtmogelijkheden
De woningen in het plangebied zijn gemakkelijk te ontvluchten. Er bevinden zich wel doodlopende straten binnen de gevarenzone, maar de verwachting is dat gevaar alsnog gemakkelijk te ontvluchten is via de N446 of de Van Klaverweijdeweg. Hierdoor kunnen aanwezigen weg vluchten van het gevaar.
Mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding van rampen
Om de bestrijdbaarheid te vergroten dient het plangebied over voldoende bluswatervoorzieningen te beschikken. Bij toekomstige nieuwbouwprojecten dient de bluswatervoorziening (offensief en defensief) en de bereikbaarheid van een specifiek plangebied ter advisering bij VRHM voorgelegd te worden.
Ten behoeve van de zelfredzaamheid is het van belang dat een E-Alert wordt ingezet.
In het kader van een effectieve zelfredzaamheid bij het vrijkomen van toxische stoffen wordt geadviseerd bij nieuwbouwprojecten vast te stellen dat de mechanische ventilatie met één druk op de knop afgeschakeld kan worden in geval van een toxische wolk. In het toekomstige Bbl is in artikel 4.126, lid 4 geregeld dat de mechanische ventilatievoorziening bij een externe calamiteit handmatig moet kunnen worden uitgeschakeld. Hiermee kan worden voorkomen dat toxische gassen binnentreden. Aanwezigen zijn in gebouwen enkele uren beschermd tegen de effecten van toxische dampen. Het opleggen van het aanbrengen van afsluitbare mechanische ventilatiesystemen is alleen mogelijk indien dit in de planregels van het bestemmingsplan is vastgelegd.
Risicocommunicatie naar de toekomstige bewoners/werknemers is zeer belangrijk. Bij het sluiten van een koop-huurcontract of indiensttreding kunnen bewoners/werknemers op de externe veiligheidsrisico’s gewezen worden. Er kan informatie worden verstrekt over de maatregelen die zijn getroffen ter voorkoming en bestrijding van incidenten en over de daarbij te volgen gedragslijn. De gemeente heeft in dit kader een informatieplicht.
Bestrijding van een dreigende BLEVE vereist veel bluswater bedoeld voor het koelen van de LPG-tank. Bij voldoende koeling zal een BLEVE worden voorkomen. Hiervoor wordt (vanwege de snelheid die is geboden) gebruik gemaakt van primaire bluswatervoorzieningen (in het voertuig aanwezige water en brandkranen op het openbaar waterleidingnet). De aanwezigheid van effectieve grootschalige bluswatervoorziening is hierbij een belangrijk aandachtspunt.
Inrichting
Op een afstand van minimaal 280 meter is er sprake van een risicovolle inrichting, namelijk een propaan opslagtank. Vanuit de kaart externe veiligheid kan worden bevestigd dat het plangebied ver genoeg van deze risicovolle inrichting bevindt.
Aanzet tot verantwoording
De bestrijdbaarheid van een calamiteit op de A4 verandert niet als gevolg van het onderhavige initiatief. De A4 is goed bereikbaar voor hulpdiensten. In het geval van en calamiteit kan men inpandig veilig schuilen. Daarvoor is het van belang tijdig te worden gealarmeerd. Het plangebied ligt nabij het waarschuwings- en alarmeringssysteem (WAS-palen). De beoogde woningen worden buiten het risicocontour van de A4 gebouwd waarmee acuut gevaar niet verwacht wordt.
Rekening houden met het kleine risico en de mogelijkheid om inpandig te schuilen en de ventilatie uit te schakelen, worden geen aanvullende maatregelen gesteld. De gemeente Kaag en Braassem kan deze aanzet overnemen, waarbij advies wordt ingewonnen bij de Veiligheidsregio Hollands Midden.
Uit oogpunt van externe veiligheid zijn er geen belemmeringen voor de vaststelling van het bestemmingsplan.