In de “Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)” is geen toetscriterium opgenomen specifiek voor de ontwikkeling van bedrijfsruimte. Er kan dus niet direct worden bepaald of het bestemmingsplan ‘niet in betekende mate’ ( NIBM) bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Er moet een berekening worden uitgevoerd. Hiertoe is de verkeersbijdrage van de ontwikkeling bepaald met behulp van de CROW richtlijn (Publicatie 256 Verkeersgeneratie woon- en werkgebieden- vuistregels en kengetallen gemotoriseerd verkeer).
Uitgangspunt is dat de toegestane bouwhoogte kan leiden tot 2 extra verdiepingen. Uitgaande van een bebouwingspercentage van 70% leidt dit tot een mogelijke toename van bedrijfsoppervlak van 12,6 ha.
Bij een gemengd terrein is de verdeling van middelzwaar en zwaar vrachtverkeer respectievelijk 41% en 59%. De verkregen aantallen worden omgerekend naar weekdag gemiddelde door deze te vermenigvuldigen met 0,92. De verkeersbijdrage komt hierdoor op 2480 motorvoertuigen waarvan 210 middelzware vrachtwagens en 300 stuks zwaar vrachtverkeer.
Toetsing aan de grenswaarden
Met behulp van het CAR II model is berekend wat de bijdrage van het plan is langs N445 ter hoogte van de oostkant van het viaduct met de A4. Bij deze berekening is aangenomen dat al het extra verkeer via deze weg het bedrijventerrein Veenderveld bereikt/verlaat (worst case). De bovengenoemde verkeersbijdrage is daartoe met twee vermenigvuldigd (heen en terug). Uit deze berekening (2015, worst case) blijkt dat de maximale planbijdrage 2,1 µg/m3 (NO2) en 0,2 µg/m3 (PM10) is.
Er wordt vanuit gegaan dat vervolgens 50% van het verkeer naar/vanuit noordelijke richting op de A4 komt/gaat en 50% in de zuidelijke richting. De maximale planbijdrage op de snelweg is 1,1 µg/m3 ( NO2) en 0,1 µg/m3 ( PM10).
Om inzicht te krijgen in de totale concentraties langs de N445 (bij het viaduct) en de A4 is gebruik gemaakt van de digitale monitoringstool, die behoort bij het NSL. Uit de monitoringstool blijkt dat de concentraties stikstofdioxide en fijn stof langs de N445 en de A4 respectievelijk maximaal 33,6 en 37,5 µg/m3(NO2, 2015) en 21,2 en 23,3 (PM10, excl. zeezout aftrek, 2015) zijn. De maximale jaargemiddelde concentraties zijn dan respectievelijk maximaal 35,7 en 38,6 µg/m3(NO2, 2015) en 21,4 en 23,1 (PM10, ex zeezout aftrek, 2015). Dit is een worst case benadering omdat de NO2-bijdrage van de weg niet opgeteld mag worden bij de concentratie van de weg in verband met een chemische omzetting.
Uit bovenstaande berekeningen blijkt dat als alle ontwikkelingen, die met het bestemmingsplan worden mogelijk gemaakt, in 2015 zijn gerealiseerd, er door het plan geen grenswaarden worden overschreden. Door het schoner worden van de autotechniek worden ook in 2016 en verder (en 10 jaar na vaststellen van het bestemmingsplan) geen grenswaarden overschreden.
Uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening is getoetst aan de wensbeelden voor luchtkwaliteit uit de duurzaamheidsagenda 2011-2014. Er blijkt dat er wordt voldaan aan deze wensbeelden.
Aanvullend aan de bouwhoogte verruiming volgt het bestemmingsplan tevens enkele contractuele afspraken voor zes extra (bedrijfs)woningen. Uitgaande van 6 verkeersbewegingen (auto) per woning per etmaal dragen deze woningen 0,3 NO2 en 0,1 PM10 bij aan de bovengenoemde jaargemiddelden. Deze bijdragen zijn berekend middels de NIBM-tool, versie 16-04-2013. Deze aanvullende concentraties zullen zelfs bij een worstcase benadering niet leiden tot overschrijdingen van de grenswaarden.
Conclusie
Het plan voldoet aan de Wet milieubeheer, onderdeel luchtkwaliteitseisen. Verder wordt voldaan aan de wensbeelden uit de duurzaamheidsagenda 2011-2014. Hierdoor zijn er geen belemmeringen voor dit plan met betrekking tot de luchtkwaliteit.