Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Dorpshart Leimuiden Noordzijde
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1884.BPDHLEIMUIDENNOORD-VAS1

5.1 Economische uitvoerbaarheid

Bij de voorbereiding van een (voor)ontwerp bestemmingsplan van Dorpshart Leimuiden Noordzijde dient op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro onderzoek plaats te vinden naar de uitvoerbaarheid van het plan.
 
Het project wordt op initiatief van de gemeente Kaag en Braassem in samenwerking met een ontwikkelaar gerealiseerd. De kosten in verband met de realisatie van de revitalisatie zijn dan voor rekening van de gemeente en de ontwikkelaar. Hiervoor wordt tussen beide partijen een (anterieure) overeenkomst gesloten.
 
In het plangebied dient een aanzienlijke sanering plaats te vinden. Om de kosten hiervan te kunnen dragen is gekozen voor een verdichting van het aantal woningen. Het aantal woningen maakt de sanering financieel haalbaar.
 
Tevens is doormiddel van het DPO[1] de financiële haalbaarheid van de commerciële voorzieningen binnen het plangebied aangetoond. Het DPO verwijst voor de afzetbaarheid van de woningen naar de Woonvisie uit 2005 van de toenmalige gemeente Jacobswoude. Deze stelt dat er een toename is van het inwoneraantal van 4.500 in het jaar 2010 en 5000 in het jaar 2015.
 
Ten behoeve van het aspect ecologie zijn er verschillende haalbaarheidsonderzoeken uitgevoerd. De kosten van deze onderzoeken zijn voor rekening van de ontwikkelaar. De resultaten van het onderzoek tonen aan dat het aanvragen van een ontheffing noodzakelijk is. De noodzakelijke ontheffingsprocedure loopt parallel aan de bestemmingsplanprocedure. De te verwachten mitigerende en compenserende maatregelen zijn eveneens voor rekening van de ontwikkelaar.
 
Op basis van ‘afdeling 6.4 grondexploitatie’, artikel 6.12, lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien:
  1. het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is;
  2. het bepalen van een tijdvak of fasering als bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder c, 4°, onderscheidenlijk 5°, niet noodzakelijk is, en
  3. het stellen van eisen, regels, of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, onderscheidenlijk b, c of d, niet noodzakelijk is.
In onderhavige situatie wordt voldaan aan bovenstaande voorwaarden, omdat het kostenverhaal van het project volledig geregeld wordt in de anterieure overeenkomst.
 
Conclusie
Het bestemmingsplan is ten behoeve van een publiek-private ontwikkeling. De kosten voor de gemeente als bedoeld in afdeling 6.4 van de Wro zijn verzekerd middels een anterieure overeenkomst met de projectontwikkelaar, welke gelijk staat aan de grondexploitatie. Er is derhalve geen reden om aan de economische uitvoerbaarheid te twijfelen.


[1] DPO, Bouwsteen voor centrumplan Leimuiden, Steinpost Adviesbureau BV Januari 2010