6.2.1 Inleidende regels
Dit hoofdstuk bevat alle bepalingen die nodig zijn om de overige planregels goed te kunnen hanteren.
Begripsomschrijvingen (artikel 1)
In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd, die in de planregels worden gehanteerd. Alleen de begrippen die in aanvulling op het dagelijks spraakgebruik nadere toelichting behoeven zijn opgenomen. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan wordt uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.
Wijze van meten (artikel 2)
Dit artikel geeft aan hoe de hoogtematen die bij het bouwen in acht moeten worden genomen, bepaald moeten worden. Hieronder valt tevens de wijze van peilbepaling.
6.2.2 Bestemmingsregels
In dit hoofdstuk van de planregels komen de verschillende bestemmingen aan de orde. Per bestemming is, met uitzondering van enkele speciale regelingen, het volgende stramien gehanteerd:
Een omschrijving van de functies die bij de bestemming mogelijk zijn.
Planregels die aangeven waar, wat en hoe hoog gebouwd mag worden.
Voorts zijn in het plan nog twee dubbelbestemmingen opgenomen. De bestemming Waterstaatkering omdat een klein deel van een waterkering in het plangebied ligt.
De dubbelbestemming Waarde Archeologie is opgenomen omdat voor het gehele gebied een onderzoeksverplichting geld wanneer de grond geroerd wordt. In het bestemmingsplan is een relatie gelegd met de indieningsvereisten uit het Besluit indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning. Indien een bouwaanvraag wordt ingediend binnen het gebied van de dubbelbestemming dient het bouwplan vergezeld te gaan met een archeologisch rapport. Hieruit moet blijken of er archeologische waarde aanwezig zijn, en indien deze er zijn of het bouwplan leidt tot verstoring van deze archeologische waarde. Op grond van het bepaalde in artikel 40 lid 2 Monumentenwet kunnen vervolgens het college van burgemeester en wethouders nadere voorwaarden aan de bouwvergunning verbinden. Op deze wijze zijn de mogelijk aanwezige archeologische waarde op een adequate wijze beschermd.
6.2.3 Algemene regels
Deze bepaling wordt in elk bestemmingsplan opgenomen om te voorkomen dat in feite meer kan worden gebouwd dan in het bestemmingsplan bedoeld is. Dit kan zich voordoen bij woningbouw wanneer (onderdelen van) bouwpercelen van eigenaar wisselen. In een dergelijk geval worden de nieuw verworven gronden niet meegeteld bij de berekening van de bouwmogelijkheden als dat al voor een in het verleden verleende bouwvergunning gebeurd is.
Algemene aanduidingregels
Het plangebied valt tevens binnen Luchtvaartindelingsbesluit gebied wat van toepassing is om schiphol. Dit besluit houdt voorwaarden in die van toepassing zijn op het plangebied. Dit besluit is als aanduiding opgenomen op de verbeelding.
Een algemene bepaling met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken, die alle gebruik van gronden en opstallen verbiedt, dat strijdig is met de aan de gronden gegeven bestemming.
Algemene ontheffingsregels
Deze algemene bevoegdheid heeft betrekking op regels ten aanzien van bouwwerken geen gebouwen zijnde, aanbouwen, dakopbouwen, goothoogte, bouwhoogten bebouwingsgrenzen etc.
Algemene wijzigingsregeling
Dit artikel maakt het B&W mogelijk om de bestemmingen in het plan te wijzigen mits het geringe veranderingen betreffen.
6.2.4 Overgangs- en slotregels
Bepalingen, die betrekking hebben op het overgangsrecht: bouwwerken die op het moment van tervisielegging van het plan bestaan, mogen blijven bestaan, ook al is er strijd met de in het nieuwe plan gegeven bebouwingsregels. Het gebruik van de gronden en opstallen, dat afwijkt van de planregels in het nieuwe plan
Deze bepaling geeft de exacte naam van het bestemmingsplan aan: Bestemmingsplan Noordzijde Dorpshart Leimuiden