Bij de voorbereiding van een (voor)ontwerpbestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub c overleg te worden gevoerd als bedoeld in artikel 3.1.1. Bro. Op basis van het eerste lid van dit artikel wordt overleg gevoerd met het waterschap en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.
Tevens dient op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub e een onderbouwing te worden opgenomen over de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding van het bestemmingsplan zijn betrokken.
In onderhavig geval is besloten geen inspraakprocedure te doorlopen conform de gemeentelijke inspraakverordening. Conform het bepaalde in artikel 3.1.1 Bro is het voeren van vooroverleg met belanghebbende overlegpartners verplicht.De verschillende overlegpartners zijn benaderd met de vraag inhoudelijk een reactie te leveren op het voorontwerp bestemmingsplan. De uitkomsten van dit vooroverleg zijn opgenomen in deze paragraaf. In het kader van het voorontwerp bestemmingsplan Plantage 39 t/m 57 zijn de volgende overlegpartners benaderd met de vraag een reactie te leveren op de relevante stukken uit de toelichting:
- VROM Inspectie;
- Provincie Zuid-Holland;
- Hoogheemraadschap van Rijnland;
- Milieudienst West-Holland.
In een reactie per brief van 2 december 2010 geeft het Hoogheemraadschap van Rijnland een positief wateradvies. Het plan geeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.
In een reactie per email van 16 december 2010 laat het Ministerie van VROM weten het voorontwerpplan de betrokken rijksdiensten geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen, gelet op de nationale belangen in de RNRB (RealisatieparagraafNationaal Ruimtelijk Beleid).
In een reactie per brief van 21 december 2010 laat de Provincie Zuid-Holland weten dat het plan niet geheel conform het beleid is van de Provinciale Structuurvisie. Volgens de provincie ligt het plangebied deels in de kernzone en beschermingszone van een regionale waterkering. Gelet op artikel 10 van de Verordening Ruimte wordt verzocht om in overleg met het Hoogheemraadschap de waterkering alsnog op te nemen in het bestemmingsplan. Uit nader onderzoek in samenwerking met het Hoogheemraadschap van Rijnland is gebleken dat het plan niet in de kernzone en beschermingszone van een regionale waterkering ligt. Het plan zal derhalve niet worden aangepast.
In een reactie per brief van 8 februari 2011 laat de Milieudienst West-Holland weten dat er vanuit milieuoogpunt belemmeringen zijn voor de voorgenomen ontwikkeling, gelet op het ontbreken van een akoestisch onderzoek t.b.v. geluidsbelasting van de Jachthaven De Brasem en ten behoeve van wegverkeerslawaai. Er is een onderzoek uitgevoerd door Weel Geluidsadvies naar de gevelbelasting ten gevolge van het wegverkeer op de Meerkreuk. De onderzoeksrapportage is als bijlage bij de toelichting bijgevoegd. Uit dit onderzoek blijkt dat er geen sprake is van een overschrijding van de grenswaarden. Nader onderzoek en een ontheffing hogere grenswaarde is niet noodzakelijk. Vanuit het aspect geluid bestaat er geen bezwaar tegen de voorgenomen wijziging.