5.2.1 Inspraak
De verplichting om inspraak te verlenen op een projectbesluit, zoals dat was geregeld in artikel 6a WRO, is geschrapt. Hiermee is de verplichting komen te vervallen, maar niet inspraak als zodanig. Op grond van de gemeentelijke inspraakverordening wordt inspraak eveneens niet verplicht gesteld. In de verordening worden de regels gesteld als er besloten wordt inspraak te houden waaraan dan voldaan moet worden. Bij de voorbereiding van een projectbesluit dient op grond van artikel 5.1.1, eerste lid Bro overleg gepleegd te worden met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn met de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het projectbesluit in het geding zijn.
De inspraakverordening stelt niet verplicht een ruimtelijke onderbouwing behorende bij een te nemen projectbesluit ter inzage te leggen ten behoeve van inspraak. In dit geval zal conform Afd. 3:4 Awb het ontwerp projectbesluit met bijbehorende stukken zoals deze ruimtelijke onderbouwing gedurende 6 weken ter inzage liggen. Hierbij is er de mogelijkheid van zienswijzen voor een ieder, ook voor overlegpartners. Na vaststelling door het college zal het definitieve projectbesluit bekend gemaakt worden. Het projectbesluit met bijbehorende ruimtelijke onderbouwing ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Beroep is mogelijk bij de rechtbank, en daarna bij de Raad van State.
5.2.2 Overleg
Reactie hoogheemraadschap van Rijnland
Voor onderhavig plan is per brief van 29 oktober 2009 een positief wateradvies afgegeven. In de reactie wordt opgemerkt dat in de nabijheid van het appartementencomplex een polderwaterkering is gesitueerd. In de zienswijze wordt een tekstvoorstel gegeven aangaande de waterkering. Het hoogheemraadschap verzoekt de opmerking uit het schrijven van 29 oktober 2009 alsnog te verwerken in het projectbesluit en in de bijbehorende regels.
Beantwoording
Geconstateerd is dat de uitkomsten van het vooroverleg niet zijn verwerkt in de ruimtelijke onderbouwing. In de waterparagraaf wordt de tekstuele opmerking aangepast. De plankaart en planregels zullen eveneens worden aangepast, naar de opmerkingen. Aanpassing De uitvoerbaarheidparagraaf en de waterparagraaf van de ruimtelijke onderbouwing zullen worden aangevuld met de uitkomsten van het vooroverleg. In de waterparagraaf wordt eveneens het tekstvoorstel aangaande de waterkering opgenomen. In de planregels en de plankaart zal waar noodzakelijk een dubbelbestemming ten behoeve van de waterkering worden opgenomen. Geen vooroverleg is er gevoerd met Provincie en Ministerie. In de zienswijze termijn heeft de provincie hierop gewezen.
Reactie Provincie Zuid-Holland
De provincie Zuid-Holland laat per brief van 4 mei 2010 weten van de gelegenheid gebruik te maken om een zienswijze in te dienen tegen het ter visie liggende ontwerpprojectbesluit. In de waterparagraaf wordt niet duidelijk of er overleg met de waterbeheerder geweest is. Nabij het plangebied is een waterkering gelegen. Onduidelijk is of het plangebied is gelegen in de keurzone. Het plan is niet aan de inspreker toegestuurd in het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro. De gevolgde procedure is niet conform art. 3.1.1 Bro.
Beantwoording
In het kader van artikel 5.1.1 Bro is er vooroverleg gevoerd met het hoogheemraadschap van Rijnland. Het hoogheemraadschap laat weten een positief wateradvies te geven mits hun opmerkingen alsnog in de ruimtelijke onderbouwing, de plankaart en de planregels worden verwerkt. Het gestelde ten aanzien van het vooroverleg is juist. Er is geen vooroverleg gevoerd met de provincie. 24 Aanpassing De opmerkingen van het hoogheemraadschap worden verwerkt in de ruimtelijke onderbouwing, de planregels en de plankaart. Indien noodzakelijk wordt in de plankaart en regels een dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' opgenomen. In de uitvoerbaarheidparagraaf van de ruimtelijke onderbouwing worden de uitkomsten van het vooroverleg nader toegelicht en opgenomen waarom de provincie en ministerie niet zijn betrokken bij het vooroverleg.
Reactie ministerie van VROM
Het ministerie van VROM heeft geen reactie ingediend.
Geconcludeerd kan worden dat het ontbreken van vooroverleg weliswaar een vormfout is, maar er geen nationale en provinciale belangen geschaad worden. Gezien het voorstaande staat het ontbreken van het vooroverleg niet in de weg aan het vaststellen van het projectbesluit.