Milieuzonering beperkt zich tot milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie, te weten: geluid, geur, gevaar en stof. Daarnaast is milieuzonering gericht op nieuwe ontwikkelingen. Milieuzonering is niet bedoeld voor het beoordelen van bestaande situaties waarbij gevestigde milieubelastende activiteiten en milieugevoelige functies op minder dan de richtafstand van elkaar staan.
Met de VNG-brochure “Bedrijven en milieuzonering”
1 (het zogenaamde ‘groene boekje/paarse boekje’) kan worden bepaald wat de gewenste richtafstand is tussen de bouwlocatie en de geluidgevoelige objecten in de omgeving.
Het waar nodig ruimtelijk scheiden van milieubelastende activiteiten en milieugevoelige gebieden en functies bij nieuwe ontwikkelingen dient twee doelen:
- Het reeds in het ruimtelijk spoor voorkómen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar bij woningen en andere gevoelige functies;
- Het bieden van voldoende zekerheid aan bedrijven dat zij hun activiteiten duurzaam binnen aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen.
In het kader van voorliggend wijzigingsplan dient te worden vastgesteld of de beoogde uitbreiding van de agrarische bedrijfsvoering geen nadelige effecten veroorzaakt voor nabijgelegen gevoelige objecten.
In de omgeving van het plangebied zijn verschillende woningen gevestigd. De agrarische bedrijfswoning op het perceel van Ofwegen 10 behoort planologisch gezien bij de inwerking zijnde inrichting en behoeft derhalve geen bescherming in het kader van bedrijven en milieuzonering. De woning op het noordelijk gelegen perceel Ofwegen 6 betreft een burgerwoning. De nieuwe stal komt echter verder van de woning te liggen, hierdoor worden de dieren verder van de woning gehuisvest. Voor de bewoners zal de situatie verbeteren.
Op het terrein is een aantal cottages gesitueerd. Deze zijn onderdeel van de inrichting en behoeven geen bescherming in het kader van bedrijven en milieuzonering.
De voorgenomen wijziging voorziet in een wijziging van het bouwvlak. Hiermee ontstaat niet een wijziging in gebruik. De opstallen en de gronden blijven in gebruik ten behoeve van een melkveehouderij. In gebruik ontstaat er geen zwaardere milieubelasting. De wijziging van het bouwvlak heeft tot gevolg dat de afstand tot de gevoelige bebouwing iets vergroot wordt. Hierdoor ontstaat er een verbeterde situatie.