Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Ofwegen 8 te Woubrugge
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1884.WPKBOFWEGEN82011-VAS1

4.8 Archeologie

Door ondertekening van het Verdrag van Malta (Valletta, 1992), dat vertaald is in de wet op de archeologische Monumentenzorg, heeft Nederland zich verplicht tot het beschermen van het archeologisch erfgoed. Uitgangspunt van het verdrag is het archeologische erfgoed waar mogelijk te behouden.
In de Monumentenwet is geregeld hoe met archeologische vindplaatsen en zichtbare monumenten moet worden omgegaan. Het streven is om deze belangen tijdig bij de planvorming te betrekken. In dit verband moet een verkenning worden gedaan om archeologische potentie in te schatten. Deze verkenning zal worden gedaan aan de hand van:
  1. De cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland (CHS);
  2. Geldend bestemmingsplan 'Buitengebied Jacobswoude'.
Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland (CHS)
De Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland (CHS) geeft een overzicht van de cultuurhistorische kenmerken en waarden in Zuid-Holland. De CHS bestaat uit kaarten voor de drie onderdelen van de cultuurhistorie: archeologie, historische stedenbouw en historisch landschap. Volgens de Cultuurhistorische Hoofdstructuur van de provincie Zuid-Holland kent het plangebied een lage archeologische trefkans. De planlocatie is op de rand van het gebied met een lage trefkans gelegen. Direct ten oosten van de locatie geldt volgens CHS een middel-hoge trefkans.
 
Geldend bestemmingsplan 'Buitengebied Jacobswoude'
Voor het bebouwingslint langs de Ofwegen is in het geldende bestemmingsplan de dubbelbestemming 'archeologisch onderzoeksgebied' opgenomen. Uit raadpleging van de bestemmingsplankaart blijkt dat de beoogde locatie net buiten het onderzoeksgebied is gelegen. Vanuit het geldende bestemmingsplan is nader archeologisch onderzoek niet noodzakelijk. 
 
Conclusie
Uit raadpleging van zowel het provinciale als het gemeentelijke beleid volgt dat nader archeologisch onderzoek niet noodzakelijk is. Vanuit het aspect archeologie bestaat er geen bezwaar tegen de voorgenomen uitbreiding.