3.3.1 Regionale Structuurvisie 2020 Holland Rijnland
Op 24 juni 2009 is de Regionale Structuurvisie 2020 Holland Rijnland (RSV) door het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland vastgesteld. Met de RSV geven de Holland Rijnland-gemeenten richting aan de ruimtelijke ontwikkeling van de regio. Eén van de doelstellingen van de RSV is de economische structuur versterken en werkgelegenheid vergroten zodat het aandeel in het bruto binnenlands product (BBP) op een hoger niveau stabiliseert en werkgelegenheid aansluit bij de beroepsbevolking. Een belangrijk probleempunt hierbij is het gebrek aan beschikbare ruimte om te voldoen aan de kwalitatieve vraag.
Dat de regio ruimte wil blijven maken voor bedrijvigheid is niet vanzelfsprekend, gezien de druk op de ruimte. Er is momenteel nauwelijks nog uitgeefbaar terrein en bestaande terreinen voldoen niet allemaal aan de huidige eisen voor bedrijventerreinen. Holland Rijnland creëert ruimte voor bedrijvigheid langs twee lijnen: herstructurering en
uitbreiding. Door de beperkte ruimte kan uitbreiding alleen selectief plaatsvinden.
Planspecifiek
De volgende afbeelding toont een uitsnede van de kaart 'Economie - Bedrijventerreinen' uit de RSV.
Regionale structuurvisie 'Economie - Bedrijventerreinen'
De verschillende bedrijventerreinen binnen het plangebied zijn aangewezen als bedrijventerreinen, bestaand of te herstructureren. Voorliggend bestemmingsplan is derhalve in overeenstemming met de RSV.
3.3.2 Regionale bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland
Op 28 oktober 2009 is de Regionale bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland vastgesteld door het Algemeen bestuur van Holland Rijnland. In de bedrijventerreinenstrategie geven de gemeenten in de regio Holland Rijnland uitwerking aan de doelstelling: het creëren van en komen tot (meer) regionale samenwerking op het gebied van bedrijventerreinen in Holland Rijnland. Vanuit deze hoofddoelstelling is een drietal strategische doelstellingen opgesteld:
- bestaande bedrijventerreinen herstructureren en niet transformeren;
- voldoende nieuw bedrijventerrein ontwikkelen;
- samenhang tussen bestaande en nieuwe bedrijventerreinen aanbrengen.
Aan deze doelstellingen zijn verschillende concrete uitgangspunten/acties gekoppeld.
Planspecifiek
Eén van de acties uit de Regionale bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland is dat elke gemeente de bestemmingsplannen voor bedrijventerreinen moet controleren en waar nodig actualiseren, rekening houdend met bestaande rechten en verplichtingen om zodoende een goed samenhangend bedrijventerreinenbeleid te creëren. In het uitvoeringsprogramma staat tevens dat er voldoende mogelijkheden moeten zijn voor intensief ruimtegebruik, minimale bebouwingspercentages, moderne bouwhoogtes (meer dan 12 meter), alsmede sturingsinstrumenten op (on)gewenste activiteiten en functies.
Door middel van het opstellen van voorliggend bestemmingsplan wordt uitwerking gegeven aan de genoemde actie en het bijbehorende deel van het uitvoeringsprogramma. Het intensief ruimtegebruik wordt mogelijk gemaakt doordat in de planregels ruime bebouwingspercentages zijn opgenomen. Daarnaast zijn (met name langs de randen) moderne bouwhoogtes opgenomen. De sturing op (on)gewenste activiteiten vindt onder andere plaats door middel van zonering en het niet toestaan van buitenopslag.
3.3.3 Strategie voor detailhandel op perifere locaties Holland Rijnland
Het detailhandelsbeleid voor de regio Holland Rijnland is opgesteld in 2006. Maatschappelijke ontwikkelingen in de afgelopen en komende jaren leiden tot een kwalitatieve en kwantitatieve wijziging van de winkelmarkt. De Regio Holland Rijnland heeft Droogh Trommelen en Partners (DTNP) opdracht gegeven een strategie op te stellen voor perifere detailhandelslocaties (PDV-locaties) in Holland Rijnland.
DTNP adviseert om in Holland Rijnland het volumineuze winkelaanbod te concentreren op zeven PDV-clusters. Om de positie van de zeven PDV-clusters zoveel mogelijk te versterken, wordt perifere vestiging van nieuwe detailhandelsbedrijven of substantiële uitbreiding van winkels buiten de zeven PDV-clusters niet toegestaan. Vestiging van winkels op de PDV-clusters is alleen toegestaan voor volumineuze branches. Het toestaan van andere branches zal leiden tot een enorme toename van het aantal reguliere winkelmeters, ondermijnt de positie van reguliere centra en leidt niet tot het beter functioneren van de volumineuze branches.
Planspecifiek
In het bestemmingsplan is het uitgesloten dat er een nieuwe PDV cluster ontstaat. Wel is de vestiging van een solitiaire perifere detailhandelsvestiging mogelijk. Bestaande vestigingen zijn op de verbeelding aangeduid. Het bestemmingsplan voorziet in een afwijkingsmogelijkheid. Hierbij kan maximaal 10% van het grondoppervlak van beide bedrijventerrein gebruikt worden t.b.v. perifere detailhandel.
In de huidige omvang bedraagt het terrein circa 350.000 m2 en is circa 13.000 m2 in gebruik t.b.v. perifere detailhandel. In totaal kan nog circa 22.000 m2 worden toegevoegd.