Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bedrijventerreinen A4
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1884.BPBedrijvenA4-VAS2

4.2 Functionele uitgangspunten

4.2.1 Algemeen
De functionaliteit voor de bedrijventerreinen is een belangrijk uitgangspunt. Dat betekent dat het terrein geschikt moet zijn voor een brede categorie bedrijven. De aanwezige bedrijven zijn uitgangspunt, tevens is uitgangspunt om de bestaande bedrijfscategorieën te behouden.
 
Bouwvlakken
Zowel in het geldende bestemmingsplan 'Bedrijventerrein De Lasso' als het geldende bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Veenderveld' zijn geen bouwvlakken opgenomen en wordt er gewerkt met een bebouwingspercentage. Voor voorliggend bestemmingsplan is het van belang dat er een heldere koppeling komt tussen verbeelding en planregels. Enerzijds is het eventueel aanduiden van bouwvlakken op de verbeelding ‘vertrouwd’, anderzijds kunnen bouwvlakken door onderlinge koop/verkoop veranderen waardoor de verbeelding zijn actualiteit op dat punt verliest. Door bouwregels (per perceel) op te nemen (t.a.v. percentages, rooilijnen, hoogtes, afstanden tot perceelsgrenzen etc.) kan er namelijk ook gereguleerd worden.
 
Bouwhoogten
De representatieve zone uitgezonderd (zie hiervoor § 4.2.3), wordt de vigerende planologische regeling omtrent bouwhoogtes in het voorliggende overgenomen.
 
Infrastructuur
Qua infrastructuur liggen de bedrijventerreinen erg gunstig. De goede ontsluiting van en naar de A4 zorgt voor een goede logistiek voor bedrijventerreinen. Dit zal behouden moeten blijven en met name op bedrijventerrein De Lasso verbeterd kunnen worden. Dit wordt verder in § 4.2.2. behandeld. Overigens kan een eventuele nieuwe ontsluitingsweg langs de A4 in noordelijke richting ook bijdragen aan het optimaliseren van de verkeersveiligheid en de verkeerssituatie. Deze ontsluitingsweg wordt nader toegelicht in § 4.2.5.
 
Lijst van bedrijfsactiviteiten
Het bestemmingsplan is voorzien van een lijst van bedrijfsactiviteiten die enerzijds recht doet aan de actuele situatie en anderzijds voldoende ontwikkelingsmogelijkheden biedt.
 
4.2.2 Revitalisatie de Lasso
De noodzaak voor de revitalisering komt voort uit de volgende factoren:
  • Er is sprake van jarenlang achterstallig onderhoud in de openbare ruimte.
  • Bij de betrokken ondernemers en eigenaren is de bereidheid om zelf te investeren in een goede uitstraling mede daardoor afgenomen.
  • De openbare ruimte wordt niet efficiënt gebruikt.
  • Er mag van Rijk en provincie pas nieuwe ruimte voor bedrijven worden aangelegd als de mogelijkheden op bestaande bedrijventerreinen zijn uitgeput.
Het doel van de revitalisering vloeit hier logisch uit voort:
  • De openbare (en deels private) ruimte opknappen, zodat ook ondernemers en eigenaren weer reden hebben en enthousiast worden om te investeren in de uitstraling van hun panden. 
  • Een efficiëntieverbetering realiseren in het gebruik van de openbare ruimte door middel van een goede structurering van parkeren en groen op de zogeheten “multifunctionele stroken”.
  • Een overzichtelijke straatbenaming en bewegwijzering realiseren die bijdragen aan een goede verkeersdoorstroming en een verbetering van de verkeersveiligheid.
Uitvoering van de revitalisering is deels afhankelijk van het bestemmingsplan. Er is dan ook een nadrukkelijke koppeling tussen hetgeen er door het vigerende bestemmingsplan mogelijk is in een gebied en een revitaliseringstraject waarbij er herinrichtingsmaatregelen worden gedaan in de openbare en private ruimte, zoals bijvoorbeeld het dempen van sloten en het aanleggen van multifunctionele stroken.
 
Infrastructuur
Mede in het kader van de verkeersveiligheid en optimale verkeerscirculatie kan de infrastuctuur op de Lasso verbeterd worden. Hiertoe maakt het voorliggende bestemmingsplan multifunctionele (parkeer)stroken planologisch mogelijk. Multifunctionele stroken omvatten niet alleen parkeerplaatsen, maar ook de groenvoorziening. De multifunctionele stroken zullen deels op gemeentegrond en deels op eigen terrein komen te liggen. Het doel is om de functie van de multifunctionele stroken te optimaliseren. In het bestemmingsplan wordt dit vertaald in de bestemmingen 'Bedrijventerrein' en 'Verkeer'.
4.2.3 Representatieve A4-zone
De functionaliteit is voor de bedrijventerreinen een belangrijk uitgangspunt. Dat betekent dat de terreinen geschikt moeten zijn voor een brede categorie bedrijven. Tot op een bepaalde hoogte gaat functionaliteit in die zin boven hoogwaardigheid. Binnen het uitgangspunt van functionaliteit wordt echter gestreefd naar beeldkwaliteit. Aangezien de gemeente geen welstandsbeleid heeft, kan er alleen aangestuurd worden op een hoogwaardig beeldkwaliteit van de bedrijven. De al bestaande representatieve zone (in plangebied De Lasso) wordt in voorliggend bestemmingsplan gehandhaafd én doorgetrokken over de gehele zone (dus ook op het Veenderveld en Het Oog) langs de rijksweg A4, met daarin een extra mogelijkheid voor bedrijven tot uitbreidingsmogelijkheden. 
 
Bouwhoogten
Door het verhogen van de bouwhoogte op de bedrijventerreinen direct langs de A4 kan de zichtlocatie door bedrijven beter worden benut. Ter onderbouwing van de verruiming van de maximaal toegestane bouwhoogte is een stedenbouwkundig advies opgesteld (bijlage 1). In dit advies wordt aangegeven dat, door het verhogen van de bouwhoogte direct langs de A4 op bedrijventerrein Veenderveld, de zichtlocatie door bedrijven beter benut kan worden. Het is mogelijk een rand met hoogwaardige functies te ontwikkelen die zich onderscheidt van de achterliggende bedrijfsbebouwing. Een hogere bouwhoogte past goed bij het brede profiel van de rijksweg A4 en sluit aan bij de bouwmogelijkheden op bedrijventerrein De Lasso.
 
Het is wenselijk de verhoging van de bouwhoogte alleen langs de A4 door te voeren. Zodoende ontstaat een getrapte overgang tussen de grootschaligheid van de A4 en de kleinschaligheid van het achterliggende kassengebied en bedrijfswoningen. Hierbij kan worden aangesloten op de representatieve zone op bedrijventerrein De Lasso van circa 55 meter breed. Wel dient met name in het noordelijke deel van bedrijventerrein Veenderveld voldoende afstand gehouden te worden richting de bestaande woonbebouwing.
 
Een belangrijk ruimtelijk verschil tussen bedrijventerrein Veenderveld en bedrijventerrein De Lasso is de invloed op het aan de westzijde gelegen polderlandschap. Hoewel de invloed van de bebouwing van bedrijventerrein Veenderveld op het polderlandschap momenteel niet groot is, zal een verhoging van de bouwhoogte zorgen voor een prominentere rol van de bedrijfsrand in het open landschap. Een beeldbepalende rol van de bedrijvenrand in het landschap is niet wenselijk. Wat betreft dit aspect en vanwege het beperkte aantal vierkante meters kantoorruimte op bedrijventerrein Veenderveld gaat de voorkeur dan ook uit naar een maximale bouwhoogte van 16 meter. Een hogere bouwhoogte leidt tot een aaneenschakeling van smalle accenten, waardoor de wandvorming langs de A4 wordt verzwakt. Met een maximale bouwhoogte van 16 meter blijft de horizontaliteit van het bedrijventerrein langs de A4 gehandhaafd wat de eenheid van het bedrijventerrein ten goede komt.
 
Buitenopslag
Ter versterking van de beeldkwaliteit van de representatieve zone langs de A4 is buitenopslag aldaar niet toegestaan. 
4.2.4 Detailhandel
Ondernemers zijn primair zelf verantwoordelijk om in te spelen op de economische potenties van Kaag en Braassem en het organiseren van evenementen. Zo brengt de recreatieve aantrekkelijkheid van het gebied een stroom van recreanten op gang waar de detailhandel van kan profiteren. De bezoeker, maar ook zeker de bewoner heeft behoefte aan een kwalitatief hoogstaand compleet assortiment aan voorzieningen, zo dicht mogelijk bij elkaar. De gemeente zet daarom in op kwalitatieve versterking van de detailhandel in de groeikernen. Dit is tevens vastgelegd in de Maatschappelijk Ruimtelijke Structuurvisie (zie hoofdstuk 3.4.1). Concentratie en een compleet aanbod draagt bij aan de versterking en aantrekkelijkheid.
 
Naast bovengenoemde concentratie en aanwezigheid van detailhandel bestaat er ook de zogenaamde perifere detailhandelsvestigingen (PDV) die vanwege hun aard en omvang over het algemeen niet in de traditionele winkelcentra gevestigd kunnen worden. Het gaat hierbij vooral over de volumineuze aard van de goederen en de benodigde omvang van het bedrijf.
 
Aangezien op de bedrijventerreinen zowel perifere als 'reguliere' detailhandel voorkomt, zal er in het nieuwe bestemmingsplan een heldere lijn verankerd moeten worden hoe om te gaan met bestaande – veelal vanuit het verleden ontstane – detailhandel, hoe om te gaan met perifere detailhandel en waar er perifere detailhandel al dan niet is toegestaan. Zo zijn er op de plankaart van het bedrijventerrein De Lasso destijds differentiatievlakken opgenomen van de locaties waar perifere detailhandel gevestigd is en dus ook toegestaan is. De differentiatievlakken geven dan ook aan dat uitbreiding van perifere detailhandel op de Lasso niet toegestaan is. Nadeel van het toepassen van dergelijke differentiatievlakken is dat dergelijke vlakken ook qua gebruik beperkend kunnen werken. Immers, indien ter plaatse bedrijfsbeëindiging plaatsvindt, dan mag er ter plaatse opvolgend ook enkel perifere detailhandel komen.
 
Voor voorliggend bestemmingsplan is het primair van belang dat er een goede definitie van perifere detailhandel wordt opgenomen, in de lijn van de definitie zoals verwoord in de Provinciale Verordening Ruimte en de Regionale Bedrijvenstrategie Holland Rijnland en door middel van planregels ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan. Daarbij worden er ten aanzien van eventuele vestiging van perifere detailhandel middels de planregels voorwaarden gesteld voor wat betreft parkeren op eigen terrein, parkeren uit zicht, parkeren binnen bouwvlak, het garanderen van voldoende doorstoomcapaciteit richting parkeervoorzieningen zodat hinder op de openbare weg wordt voorkomen, laden en lossen op eigen terrein en aantonen verkeersaantrekkende werkingen en dergelijke.  
 
(Perifere) functies die door aard en omvang niet in een winkelcentrum passen, kunnen zich dan onder bepaalde voorwaarden op de bedrijventerreinen vestigen. Zonder inperkende maatregelen op de verbeelding wordt er middels de planregels met voorwaarden gestuurd op (on)gewenste ontwikkelingen aangaande perifere detailhandel.
 
Meubeldetailhandel
De Actualisering 2012 van de Provinciale Verordening Ruimte heeft ertoe geleid dat grootschalige meubeldetailhandel, meubeldetailhandel groter dan 1000 m² en detailhandel in keukens, badkamers, vloerbedekking, parket, zonwering en jacuzzi’s, niet is toegestaan buiten de daarvoor aangewezen gebieden. Het bedrijventerrein A4 is daarbij niet aangewezen. Derhalve is grootschalige meubeldetailhandel, behoudens bestaande rechten, niet toegestaan. Om de bestaande rechten te respecteren is in het geval van bestaande grootschalige meubeldetailhandel de aanduiding "specifieke vorm van bedrijventerrein - grootschalige meubeldetailhandel" opgenomen.
 
Meubeldetailhandel kleiner dan 1000 m², niet zijnde detailhandel in keukens, badkamers, vloerbedekking, parket, zonwering en jacuzzi’s, is niet strijdig aan de Verordening. Derhalve valt in het voorliggende bestemmingsplan deze vorm van detailhandel onder perifere detailhandel.
 
Hiermee komt een driedeling in de vormen van detailhandel:
 
Perifere detailhandel
tuincentra, bouwmarkten, meubelbedrijven (inclusief in ondergeschikte mate woninginrichting en stoffering) met een bruto vloeroppervlak tot 1.000 m² niet zijnde detailhandel in keukens, badkamers, vloerbedekking, parket, zonwering en jacuzzi's
Volumineuze detailhandel
detailhandel in auto’s, boten, caravans, motoren, scooters, zwembaden, buitenspeelapparatuur, fitnessapparatuur, piano’s, surfplanken en tenten, grove bouwmaterialen, landbouwwerktuigen en brand- en explosiegevaarlijke goederen
Meubeldetailhandel
grootschalige meubelbedrijven (inclusief in ondergeschikte mate woninginrichting en stoffering) met een bruto vloeroppervlak van minimaal 1.000 m² en detailhandel in: keukens, badkamers, vloerbedekking, parket, zonwering en jacuzzi's
 
Binnen het plangebied komt detailhandel in alle drie de categorieën voor. De bouwmarkt aan de Lasso Zuid is ondergebracht binnen de categorie perifere detailhandel. Diverse autohandelaren en autogarages vallen onder de volumineuze detailhandel. De Babydump op de Lasso betreft meubeldetailhandel.
 
Los van deze driedeling hebben zich in het verleden diverse vormen van detailhandel legaal gevestigd binnen het plangebied. Het voorliggende bestemmingsplan respecteert deze rechten. Daarbij is, wegens ruimtelijke relevantie, niet het bedrijf maar de huidige vorm van detailhandel leidend. Middels de aanduiding 'detailhandel' wordt een passende regeling opgenomen. Concreet betreft het de volgende bedrijven en adressen:
 
AdresHuidige bedrijf  Huidige vorm van detailhandel
De Lasso 12Kringloop AlkemadeKringloopwinkel 
De Lasso 24Groene Hart Snuffelmarkt  Overdekte markt met ondergeschikte horeca 
De Lasso Zuid 8 Bike - ZoneFietsenwinkel met verkoop nevenassortiment
 
Nieuwe mogelijkheden voor detailhandel worden in het voorliggende bestemmingsplan, enkel middels een afwijkings- of wijzigingsprocedure geboden.
  
4.2.5 Ontsluitingsweg
Het voorliggende bestemmingsplan bevat een wijzigingsbevoegdheid voor een nieuwe ontsluitingsweg. Deze ontsluitingsweg is met name bedoeld voor de bedrijven langs de Sotaweg en de Baan. Deze bedrijven en andere bestemmingen in dit gebied worden nu ontsloten vanuit zuidelijke richting vanaf de Alkemadelaan (via Sotaweg en Rembrandt van Rijnsigingel) en vanuit noordelijke richting vanaf de Googermolenweg (langs de Ringvaart).

Het belangrijkste doel is het verbeteren van de bereikbaarheid van de bedrijven in het gebied en het verminderen van de overlast van het (vracht-)verkeer door de woonstraten in de kern van Roelofarendsveen. Met een nieuwe ontsluitingsweg langs of over het bedrijventerrein Lasso-Noord kan tevens een tweede ontsluiting voor dit bedrijventerrein worden gerealiseerd. Dit draagt bij aan een optimale verkeerscirculatie op de Lasso (zie § 4.2.2).

Situering
Het is in deze fase van de planvorming niet helder hoe de definitieve situering van de beoogde ontsluitingsweg komt te liggen. Daartoe heeft de Grontmij in december 2012 een studie verricht (bijlage 2. De onderzochte varianten dienen elk mogelijk gemaakt te kunnen worden middels voorliggend bestemmingsplan. Hiertoe is voorzien in een wijzigingsbevoegdheid. Deze bevoegdheid is in het vastgestelde bestemmingsplan, in tegenstelling tot het ontwerpversie van het voorliggende plan, zodanig vormgegeven dat deze enerzijds de realisatie van de verschillende varianten mogelijk maakt en anderzijds uit gaat van een minimale breedte.
4.2.6 Woonfunctie
In de Verordening Ruimte van de provincie Zuid-Holland is aangegeven dat er op bedrijventerreinen geen nieuwe (bedrijfs)woningen mogelijk mogen worden gemaakt. Uitzondering hierop zijn woningen behorende bij woonwerkeenheden op (delen van) bedrijventerreinen waar maximaal milieucategorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten is toegestaan en die niet binnen de invloedsfeer liggen van (delen van) bedrijventerreinen waar bedrijven in een hogere milieucategorie zijn toegestaan.
 
Voorgaande betekent dat in voorliggend bestemmingsplan alleen de bestaande (bedrijfs)woningen opgenomen kunnen worden. Nieuwe (bedrijfs)woningen kunnen niet planologisch mogelijk worden gemaakt. Een uitzondering hierop vormen 5 nog nieuw te bouwen bedrijfswoningen en 1 nog te bouwen burgerwoning (Veenderveld 1). Bij de uitgifte van de kavels heeft de gemeente Kaag en Braassem zich er contractueel toe verplicht deze woningen mogelijk te maken. De kavels zijn gesitueerd nabij het bestaande dijktalud welke in redelijkheid niet aangewend kan worden ten behoeve van reguliere bedrijfsbebouwing. De betreffende zone heeft in haar oorspronkelijke opzet een functie als bufferzone tussen de bestaande (woon-)bebouwing en het bedrijventerrein Veenderveld. Door het opnemen van een specifieke aanduiding blijft het mogelijk de betreffende woningen te realiseren.
 
Zonering bedrijventerrein
De  milieuzonering van bedrijventerrein A4 gaat in principe uit van een categorie 4.2 bedrijventerrein. Als gevolg van omliggende burgerwoningen is, waar nodig, de zonering zodanig aangepast dat deze minimaal het bestaande woon- en leefklimaat ter plaatse van de (beoogde) woningen respecteert. Deze burgerwoningen zijn voornamelijk gesitueerd buiten het plangebied. Uitzondering hierop vormen de twee burgerwoningen gesitueerd aan Veenderveld 1 en 3.
4.2.7 Opbaarruimte
Op het perceel Veenderveld 7 wordt, als nevenactiviteit bij het hoveniersbedrijf, een opbaarruimte voor één overledene mogelijk gemaakt. De chalet waarin de overledene wordt opgebaard is 24 uur per dag toegankelijk voor de nabestaanden. Ten behoeve van de opbaarruimte worden 5 parkeerplaatsen gerealiseerd op eigen terrein. Parkeeroverlast, zelfs als er incidenteel meer dan 5 auto's zijn, is er niet. Daarnaast, als de onderneming succesvol blijkt te zijn en er is uitbreiding gewenst, dan is dit niet mogelijk wegens ruimtegebrek. Mocht de onderneming niet succesvol zijn, dan is de chalet ook voor het hoveniersbedrijf bruikbaar.
 
De Omgevingsdienst heeft aangegeven dat een opbaarruimte geen geluidgevoelige bestemming is. Om een stille ruimte te krijgen is wel extra isolatie nodig. Daarnaast is bodemonderzoek niet nodig en vormt luchtkwaliteit geen belemmering.