Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Dorpshart Leimuiden Noordzijde
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1884.BPDHLEIMUIDENNOORD-VAS1

3.2 Provinciaal beleid

In het provinciaal beleid vormt met name de Nota Regels voor Ruimte het relevante beleidskader. Desalniettemin zullen de provinciale structuurvisies de revue passeren.
3.2.1 Provinciale ruimtelijke structuurvisie Zuid-Holland 2020
De provincie Zuid-Holland heeft voor de gehele provincie een structuurvisie[1] opgesteld. De provinciale ruimtelijke structuurvisie Zuid-Holland 2020 is voor de provincie een zelfbindend en richtinggevend document, waarin de streekplangebieden in onderlinge samenhang worden bezien. De ruimtelijke strategie is hierin op een hoger schaalniveau tot 2020 in beeld gebracht, met een doorkijk naar nog langere termijn. Dat maakt het mogelijk op dat hogere niveau afwegingen te maken en ruimtelijke ontwikkelingen te initiëren en te stimuleren. De structuurvisie kan een rol gaan spelen in een actief provinciaal ruimtelijk ontwikkelingsbeleid, in samenwerking met andere partijen.
 
Conclusie
Door het provinciale karakter van de ruimtelijke structuurvisie Zuid-Holland 2020 en de relatief kleine schaal van onderhavig plan, heeft dit bestemmingsplan beperkte raakvlakken met dit provinciale beleid. Desalniettemin kan geconcludeerd worden dat dit bestemmingsplan niet in strijd is met deze provinciale structuurvisie.


[1] Provinciale Staten van Zuid-Holland (13 oktober 2004) Provinciale ruimtelijke structuurvisie Zuid-Holland 2020
3.2.2 Streekplan Zuid-Holland West
De gemeente Kaag en Braassem valt binnen het plangebied van het streekplan Zuid-Holland West[1]. Het streekplan blijft, op basis van de overgangsbepalingen nieuwe Wet ruimtelijke ordening, als structuurvisie bestaan.
 
Het streekplan Zuid-Holland West geeft een samenhangende visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Zuid-Holland West voor de periode tot aan 2015. Het ruimtelijk beleid van de provincie is gericht op verbetering van het woon- en leefklimaat in Zuid-Holland West door een verdergaande ruimtelijke en functionele differentiatie. Die wordt verkregen door het scheiden van stedelijke eenheden en het versterken van de groene en blauwe kwaliteiten in tussenliggende gebieden. Tevens ligt het accent op het handhaven en beschermen van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden gekoppeld aan versterking van de recreatieve functie van het gebied.
 
De gemeente Kaag en Braassem en het plangebied liggen volgens het streekplan Zuid-Holland West in het Hollands Plassengebied. Het Hollands Plassengebied maakt deel uit van het Nationaal Landschap Groene Hart, waarop specifiek rijksbeleid van toepassing is. Het Hollands Plassengebied maakt bovendien deel uit van het gebied, waarvoor medio 2002 het Landschapsbeleidsplan voor de Leidse Regio en Warmond is vastgesteld. Het Hollands Plassengebied omvat de Kagerplassen en omgeving, het veenweidegebied rond Oud Ade alsmede het gebied ten noorden van de Oude Rijn rond Leiderdorp. Het gebied wordt gekenmerkt door openheid en de afwisseling tussen veenweidegebied, water, recreatie en natuur. De Kagerplassen vormen samen met de omringende plassen in de omgeving een internationaal bekend watersportgebied. Veehouderij en waterrecreatie zijn de voornaamste economische dragers. Rond Roelofarendsveen vormt de glastuinbouw een derde economische factor in het gebied.
 
Het accent in de ruimtelijke ontwikkeling ligt op het handhaven en beschermen van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden gekoppeld aan versterking van de recreatieve functie van het gebied.
 
Verder staat in het streekplan vermeld dat de ruimte voor wonen nog strikter dan in het verleden, binnen bestaand stedelijk gebied kan en moet worden gerealiseerd. In dit streekplan is ervoor gekozen het stedelijk ruimtebeslag met behulp van rode bebouwingscontouren te sturen. De rode contouren zijn getrokken rond bestaand stedelijk gebied. Met deze contouren wordt het gebied, waarbinnen de verstedelijkingsopgaven tot 2015 moet worden gerealiseerd, vastgelegd. De rode contouren in dit streekplan zijn bepaald op basis van ruimtelijke randvoorwaarden, de toetsing aan de ruimtelijke opgaven, het groenblauwe raamwerk en het infrastructurele netwerk. Binnen de rode contouren wordt vooralsnog tot 2015 ruimte geboden voor wonen, werken en andere stedelijke voorzieningen.
 

De rode contour van de gemeente Kaag en Braassem ziet er na de derde partiële herziening van Streekplan Zuid-Holland West uit zoals weergegeven in onderstaande plattegrond. De projectlocatie valt binnen de rode contour.

Uitsnede Streekplan Zuid-Holland West incl. rode contour
 
Conclusie
Het plangebied is binnen de rode contour van Leimuiden gelegen. Het plan is passend binnen het provinciale beleid zoals geformuleerd in het streekplan Zuid-Holland West.
 

[1]Provinciale Staten van Zuid-Holland (19 februari 2003) Streekplan Zuid-Holland West
3.2.3 Ontwerp provinciale structuurvisie: visie op Zuid-Holland, Ontwikkelen met schaarse ruimte
Omdat de bestaande structuurvisie van 13 oktober 2004 onder de oude WRO valt is er een besluit genomen om deze te vervangen voor een structuurvisie onder de nieuwe Wro. De provincie ontwikkelt momenteel een integrale structuurvisie[1] voor de ruimtelijke ordening, te weten: 'Visie op Zuid-Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte'. De visie is samen met de verordening (paragraaf 3.2.4) op 3 november 2009 door de Gedeputeerde staten vastgesteld. Gedurende de inspraakperiode van 23 november 2009 tot en met 17 januari 2010, heeft de provincie voor de structuurvisie en de verordening ruimte circa, 500 reacties ontvangen. De reacties worden verwerkt in een nota van beantwoording en wijziging.
In de structuurvisie omschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. Het doel van de visie is om duidelijk te hebben hoe de ruimtelijke ontwikkeling er tot 2040 uit komt te zien. Om zodoende, met hulp van inwoners en betrokken partijen, het toekomstbeeld van de provincie in te vullen.
 
De kern van de visie is: ‘Een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk realiseren. Hierin is het goed wonen, werken en leven voor de inwoners. Deze toekomstige ruimtelijke inrichting versterkt de economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor natuur en water zijn kenmerkend voor de provincie. Een brede landbouw is drager van het landschap.’
 
In de structuurvisie zijn tevens de ambities vastgelegd. Relevant voor onderhavig plan zijn de ambities op het gebied van wonen. Het beleid heeft een aantrekkelijk woon- en leefklimaat als doel. Dit wil men bereiken door een aantrekkelijk aanbod van woonmilieus en voorzieningen te realiseren.
 
Conclusie
De ontwikkeling van de woningen en de kantoorruimte draagt bij aan versterking van het leefklimaat van Leimuiden. Verder is de bouw van de woningen een bijdrage aan het op peil houden van het voorzieningen niveau. De ontwikkeling van de woningen is in overeenstemming met het beleid van de provinciale structuurvisie: Visie op Zuid-Holland.


[1] Provinciale Staten van Zuid-Holland (28 april 2009) Ontwerp Provinciale Structuurvisie: Visie op Zuid-Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte
3.2.4 Ontwerp provinciale Verordening Ruimte
Op 3 november 2009 is door gedeputeerde staten de Ontwerp Verordening Ruimte vrij gegeven voor inspraak, na verwachting wordt deze verordening eind juni door Provinciale Staten vast gesteld.
In deze Visie beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De structuurvisie komt in plaats van de vier streekplannen en de Nota Regels voor Ruimte.
 
De Verordening Ruimte Zuid-Holland[1] draagt bij aan het realiseren van de provinciaal ruimtelijke belangen. In dit geval draagt de Verordening Ruimte bij aan de ruimtelijke doelen en belangen van de provinciale structuurvisie 'ontwikkelen met schaarse ruimte'.
Op 13 mei 2009 hebben gezamenlijke Statencommissies Ruimte en Wonen, Mobiliteit, Kennis en Economie en Groen, Water en Milieu de ontwerpvisie ‘Visie op Zuid-Holland’ en het voorontwerp Verordening Ruimte besproken. Hier is uit gekomen dat de ontwerpstructuurvisie en de voorontwerpverordening op onderdelen verbeterd moeten worden. Begin oktober 2009 hebben de gezamenlijke commissies opnieuw advies geven over vrijgave van de stukken voor inspraak.
Op 3 november 2009 hebben de Gedeputeerde Staten de Verordening Ruimte vastgesteld en vrij gegeven voor inspraak. De inspraakperiode die van 23 november 2009 tot en met 17 januari 2010 werd gehouden heeft samen met de structuurvisie 500 reactie opgeleverd. De reactie worden verwerkt in een nota van beantwoording en wijziging.
 
Onderhavig plan betreft de realisatie van woningbouw binnen het nationale landschap het Groene Hard. In artikel 6 lid 1 van de Verordening Ruimte wordt gesteld dat bestemmingsplannen binnen de begrenzing van de nationale landschappen, geen ontwikkelingen mogelijk mogen maken die de kernkwaliteiten (zie paragraaf 3.1.1) van deze gebieden significant aantasten. Daarbij wordt in artikel 6 lid 3 specifiek ten aanzien van bestemmingsplannen die woningbouw mogelijk maken, gesteld dat er sprake dient te zijn van een migratiesaldo nul. Dit houdt in dat het maximale woningbouwprogramma in het nationale landschap niet meer bedraagt dan het woningbouwprogramma dat nodig is om te kunnen voldoen aan de woningbehoefte. Deze wordt berekend op basis van natuurlijke bevolkingsontwikkeling. De provincie Zuid-Holland heeft schriftelijk bevestigd dat hieraan voldaan wordt. (Zie bijlage 1)
 
Conclusie
Het plan is voorgelegd aan de provincie Zuid–Holland, deze heeft goedkeuring aan het plan gegeven. De goedkeuring is te vinden in bijlage 1 van de toelichting.


[1] Provinciale Staten van Zuid-Holland (28 april 2009) Ontwerp Provinciale Verordening
3.2.5 Nota regels voor ruimte (2007)
Op 8 maart 2005 hebben Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland de nota Regels voor Ruimte vastgesteld. De nota is 1 januari 2007 herzien en gelijk geschikt gemaakt voor de invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. De nota vormt naast de streekplannen het beoordelingskader voor gemeentelijke ruimtelijke plannen en bevat beleidsregels ten behoeve van de goedkeuring van ruimtelijke plannen. De voorloper van de Nota Regels voor Ruimte is de Nota Planbeoordeling 2002. De nota bevat toetsingskaders voor ruimtelijke plannen met betrekking tot de thema’s “Economie, Mobiliteit en Samenleving”, “Landelijk Gebied”, “Milieu”, “Water” en “Cultureel Erfgoed”. Voor dit bestemmingsplan zijn met name de thema’s “Economie, Mobiliteit en Samenleving” en “Cultureel Erfgoed” van belang.
 
Economie, Mobiliteit en Samenleving
Zuid-Holland is een verstedelijkte provincie. Dit maakt het noodzakelijk dat zuinig met de ruimte wordt omgegaan en dat het nog niet verstedelijkte gebied tegen verstedelijking beschermd wordt. Belangrijke speerpunten van het provinciale beleid in de sfeer van de ruimtelijke ordening zijn dan ook het knopen en locatiebeleid, infrastructuur en het beheer van de ruimte voor wonen en werken. De provincie richt zich daarbij met name op een efficiënt gebruik van de ruimte voor deze functies, die in de streekplannen zijn aangegeven als stads- en dorpsgebied en de bedrijventerreinen. Concentratie van functies en zoveel mogelijk koppeling aan OV-infrastructuur zijn kernbegrippen bij deze inzet.
Met het versterken van de economie wordt ingezet op het bieden van geschikte vestigingslocaties voor alle bedrijfstypen, het voorkomen van ontwrichting van het bestaande voorzieningenniveau en ook op het optimaal benutten van bestaande infrastructuur (knopen- en locatiebeleid).
De revitalisering van het Dorpshart is een project met de expliciete uitwerking om het voorzieningenniveau in Leimuiden te behouden en te versterken. Met het planologisch mogelijk maken van de revitalisering in dit bestemmingsplan sluit daarmee aan op de nota Regels voor Ruimte.
 
Cultureel Erfgoed
Het cultureel erfgoed van de provincie vormt een belangrijke drager van de kwaliteit van de leefomgeving. Instandhouding hiervan draagt bij aan versterking van deze kwaliteit. Voorop staat daarbij de inpassing en het gebruiken van cultureel erfgoed als uitgangspunt bij planvorming en ontwerp voor ruimtelijke plannen. De provincie kiest hierbij voor een integrale en gebiedsgerichte benadering en een selectief beleid, waarmee zowel het cultuurhistorisch belang als de ruimtelijke kwaliteit wordt gediend. Het provinciaal beleid is met name gericht op het beschermen van het cultureel erfgoed voor zover dit is vastgelegd in de Cultuurhistorische Hoofdstructuur. In ruimtelijke plannen moet daarom rekening worden gehouden met de aanwezige cultuurhistorische waarden, met inbegrip van monumenten en archeologie. Dit houdt in dat, als dergelijke waarden bekend zijn of verwacht worden, ruimtelijke plannen een paragraaf over het gemeentelijk beleid ten aanzien van deze waarden moeten bevatten. Daarnaast geldt voor terreinen met archeologische waarden volgens de Archeologische Monumentenkaart en/of de Cultuurhistorische Hoofdstructuur van Zuid-Holland, dienen bestemmingsplannen een juridische regeling te bevatten die in voldoende mate bescherming biedt tegen werkzaamheden die zouden kunnen leiden tot verstoring van het bodemarchief. In deze regeling dient aandacht te worden besteed aan de rol van het bevoegd gezag.
 
Voor de bepaling van de aanwezige cultuurhistorische waarden in het gebied is de provinciale cultuurhistorische waardenkaart geraadpleegd. De waardenkaart geeft aan dat nabij het plangebied niet direct culturele erfgoed waarden een rol spelen. De uitsnede van de kaart toont de ligging van waardevolle lijnelementen in het gebied. Deze lopen niet langs het plangebied. De archeologische waarden zijn niet meegenomen in de afbeelding. Deze waarden worden in hoofdstuk vier apart toegelicht.
 
Uitsnede Cultuurhistorische waardekaart Zuid-Holland (plangebied binnen de zwarte cirkel)
 
Boerderij
Aan de oostzijde van het plangebied ligt een oude boerderij. Deze boerderij heeft geen monumentale status maar is toch een fraai en beeldbepalend pand aan de Dokter Stapenseastraat. Buro stad & streek cultuurhistorie heeft in opdracht van de toenmalige gemeente Jacobswoude en Stichting Groene Hart de boerderij onderzocht op de bijzondere behoudmenswaardige elementen.
 
Foto:beeldbepalende boerderij, bron Stad & Streek cultuurhistorie
 
Het pand zal behouden worden waarbij rekening gehouden wordt met de elementen benoemd in het onderzoek. In het bestemmingsplan heeft het pand de bestemming Horeca gekregen. Door middel van deze bestemming kan de levendigheid van het centrum versterkt worden en kan het pand als zodanig behouden blijven. Bij deze bestemming is, met het oog op overlast voor de omgeving,een disco of dancing uitgesloten.
 
Conclusie
De nota Regels voor ruimte omvat vooral toetsingscriteria om ruimtelijke plannen te beoordelen op basis van het beleid geformuleerd in het streekplan. Hierbij wordt door de Provincie aangegeven dat door invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening per 1 januari 2008 de beoordeling door de provincie enkel van toepassing is op onderdelen van provinciaal belang. Voor onderhavig bestemmingsplan zijn vooral de thema’s ‘Economie, Mobiliteit en Samenleving’ en ‘Cultureel erfgoed’ uit de nota van belang.
Van de twee benoemde thema’s is beoordeeld of de revitalisering van het Dorpshart binnen het beleid van de Nota past. Ten aanzien van ‘Economie, Mobiliteit en Samenleving’ kan gesteld worden dat het geheel aansluit bij de doelstellingen geformuleerd in de nota. T.a.v. het thema ‘Cultureel erfgoed’ is de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie geraadpleegd. De kaart toont aan dat er geen waarden een rol spelen in het plangebied. Op het onderdeel archeologie wordt hier niet specifiek ingegaan omdat in hoofdstuk vier archeologie apart toegelicht wordt. Voorts staat in het plangebied nog een oude boerderij. Het betreft geen monumentaal pand maar is zeer beeldbepalend en daarom om het vlak van Cultuurhistorisch erfgoed van belang. Het pand krijgt een nieuwe horeca bestemming waardoor het behouden kan blijven. Tevens is een onderzoek uitgevoerd door Stad & streek cultuurhistorie waarin bepaald is wat de behoudenswaardige elementen zijn.
Gezien de bovenstaande toelichting op de relevante thema’s uit de nota Regels voor ruimte kan gesteld worden dat het bestemmingplan voor de noordzijde van het Dorpshart Leimuiden past binnen het gestelde van de nota.