Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Dorpshart Leimuiden Noordzijde
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1884.BPDHLEIMUIDENNOORD-VAS1

4.5 Externe veiligheid

Het BEVI is in oktober 2004 in werking getreden. Het besluit heeft tot doel zowel individuele als groepen burgers een minimaal (aanvaard) beschermingsniveau te bieden.
In augustus 2004 is voor het vervoer van gevaarlijke stoffen de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen gepubliceerd. In de circulaire RNVGS is het rijksbeleid over de afweging van veiligheidsbelangen die een rol spelen bij het vervoer van gevaarlijke stoffen in relatie tot de omgeving, verduidelijkt en geoperationaliseerd. In de circulaire is zoveel mogelijk aangesloten bij het BEVI.
 
Bepaalde maatschappelijke activiteiten brengen risico’s op zware ongevallen met mogelijk grote gevolgen voor de omgeving met zich mee. Externe veiligheid richt zich op het beheersen van deze risico’s. Het gaat daarbij om onder meer de productie, opslag, transport en het gebruik van gevaarlijke stoffen. Dergelijke activiteiten leggen beperkingen op aan de omgeving. Door voldoende afstand te bewaren tussen risicovolle activiteiten en bijvoorbeeld woningen, kan worden voldaan aan de normen. Aan de andere kant is de ruimte schaars en het rijksbeleid erop gericht de schaarse ruimte zo efficiënt mogelijk te benutten. Het ruimtelijk beleid en het externe veiligheidsbeleid moeten dus goed worden afgestemd.
 
De wetgeving rond externe veiligheid richt zich op het beschermen van kwetsbare en een beperkt kwetsbare objecten (artikel 1 van het besluit). Kwetsbaar zijn onder meer woningen, onderwijs- en gezondheidsinstellingen en kinderopvang- en dagverblijven. Beperkt kwetsbaar zijn onder meer kantoren, winkels, horeca en parkeerterreinen.
 
Er wordt onderscheid gemaakt tussen plaatsgebonden risico en groepsrisico. Het plaatsgebonden risico wordt uitgedrukt in een contour van 10-6 als grenswaarde. Het realiseren van kwetsbare objecten binnen deze contour is niet toegestaan. Bij groepsrisico is het dan ook niet een contour die bepalend is, maar het aantal mensen dat zich gedurende een bepaalde periode binnen de effectafstand van een risicovolle activiteit ophoudt. Welke kans nog acceptabel geacht wordt, is afhankelijk van de omvang van de ramp.
 
Voor groepsrisico is er geen grenswaarde, maar een richtwaarde. In het besluit externe veiligheid inrichtingen is deze verantwoordingsplicht (door de overheid) voor het groepsrisico rond inrichtingen wettelijk geregeld. De verantwoording houdt in dat wordt aangegeven of risico’s acceptabel zijn en welke maatregelen worden genomen om de risico’s te verkleinen. Er zal zoveel mogelijk rekening moeten worden gehouden met deze richtwaarde. Afwijken van de richtwaarde zal grondig moeten worden gemotiveerd.
 
Nabij het plangebied ligt de N207. Deze weg is aangewezen als transportroute voor gevaarlijke stoffen. De aangehouden risicocontour is 16 meter. De N207 ligt op ca 120 meter van het plangebied. Vanuit de transportroute ontstaat derhalve ook geen beperking voor het plangebied. Aan de Provinciale weg nabij de kruising met de Dokter Stapenseastraat ligt tevens een LPG-station. Voor deze BEVI-inrichting gelden eveneens risicocontouren. Deze reiken echter niet tot over het plangebied. In de omgeving van het plangebied liggen geen buisleidingen voor het transport van gevaarlijke stoffen. (zie tevens uitsnede risico contourenkaart provincie Zuid-Holland[1]).
 
Risico contourenkaart provincie Zuid-Holland
 
Conclusie
Bij de projectlocatie bevinden zich geen transportroutes, Bevi inrichtingen of buisleidingen of andere activiteiten zodanig dichtbij dat die de externe veiligheid beïnvloeden. Het aspect externe veiligheid vormt zodoende geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van dit project.
 

[1] http://nederland.risicokaartinvoer.nl/risicokaart.html?prv=Zuid-Holland