Plan: | N207 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1884.BPN207kenb-VAS1 |
In artikel 1 is een aantal begrippen nader gedefinieerd teneinde onduidelijkheid te voorkomen. Aangesloten is bij de landelijke standaard begripsbepalingen, die zijn voorgeschreven danwel die voortvloeien uit de jurisprudentie. Voor het overige is aangesloten bij de in de gemeente gebruikelijke definities danwel zijn toegesneden op de specifieke situatie.
In artikel 2 wordt aangegeven op welke wijze gemeten moet worden bij het beoordelen of de maatvoering in overeenstemming is met de regels.
De randen van het plangebied worden gevormd door de agrarische percelen. Hier beginnen de taluds van de weidegronden en akkers.
Het groen met een meer structureel karakter (structuurgroen) is vastgelegd in de meer specifieke bestemming “Groen”. Daarin zijn opgenomen grasvelden, opgaande beplanting, taluds langs het water en de diverse in het groen aanwezige voet- en fietspaden.
In dit artikel zijn regels opgenomen voor behoud, bescherming en beheer van de natuur- en landschapswaarden.
In dit artikel zijn regels opgenomen voor dagrecreatie en het innemen van een ligplaats voor een recreatie woonboot.
De wegen met een overwegende stroomfunctie zijn bestemd tot “Verkeer”. Dit betreft primair de N207 en de aantakkende wegen op de de N207. Behalve de weg vallen binnen deze bestemming ook de bermen, trottoirs, fiets- en voetpaden en eventuele geluidwerende voorzieningen.
Artikel 8 Verkeer- verblijfsgebied
Alle (overige) wegen zijn bestemd tot “Verkeer-Verblijfsgebied”. Deze wegen hebben allen slechts een functie voor het bestemmingsverkeer.
Alle watergangen die door het plangebied stromen hebben een structurele functie voor waterberging en waterhuishouding en zijn daarom specifiek bestemd tot “Water”. Binnen de bestemming “Water” zijn tevens bruggen en dergelijke toegestaan.
Gelet op het belang van de Drecht en de Leidsevaart als waterweg hebben beide watergangen in het bestemmingsplan de bestemming “Water-Waterweg” gekregen.
Artikel 11 Waarde - archeologie -1 en Artikel 12 Waarde - archeologie - 2
Deze bestemming regelt het veilig stellen van archeologische waarden.
Artikel 13 Waterstaat - waterkering
Enkele delen van het plangebied hebben tevens een waterkerende functie. Hieraan is de dubbelbestemming Waterkering gegeven. Voor deze gebieden gelden aanvullende bepalingen in dit bestemmingsplan, ook de regels van de Keur. Bij activiteiten die van invloed kunnen zijn op de waterkering of waterpeil (bijvoorbeeld bouwwerken, kabels en leidingen, verhardingen en beplanting), dient bij het Hoogheemraadschap van Rijnland een keurvergunning aangevraagd te worden.
Artikel 14 Anti - dubbeltelregel
Dit voorschrift zorgt ervoor dat grond die reeds eerder bij een verleende bouwvergunning is meegenomen, niet nog eens bij de verlening van een nieuwe bouwvergunning mag worden meegnomen. Deze anti-dubbeltelregel heeft uitsluitend betrekking op situaties die plaatsvinden onder het geldende bestemmingsplan. Het is dus niet zo dat gronden die zijn meegeteld bij het verlenen van een bouwvergunning onder een vorig bestemmingsplan, bij het verlenen van een bouwvergunning onder het nieuwe bestemmingsplan ook buiten beschouwing moeten worden gelaten.
Artikel 15 Algemene bouwregels
In dit artikel is onder meer bepaald dat het oprichten van geluidsgevoelige objecten uitsluitend is toegestaan indien wordt voldaan aan de bepalingen uit de Wet geluidhinder of de daarop gebaseerde overige regelingen. Daarnaast is een regeling opgenomen die ervoor zorg draagt dat bij het oprichten van bebouwing rekening moet worden gehouden met de belangen van de waterbeheerder: bebouwing nabij de bestemming 'Water' is uitsluitend mogelijk na verlening van ontheffing.
Artikel 16 Luchtvaartverkeerszone
In dit artikel zijn regels opgenomen ter bescherming van de luchtvaartzone van vliegveld Schiphol.
Artikel 17 Algemene gebruiksregels
In dit artikel is bepaald wat in ieder geval onder strijdig gebruik dient te worden verstaan.
Artikel 18 Algemene afwijkingsregels
Op basis van dit artikel kunnen burgemeester en wethouders voor de gronden binnen het plangebied bij een omgevingsvergunning afwijken van de in de bestemmingen opgenomen bouwregels. Het gaat hier om veranderingen van beperkte aard, zoals het bouwen van gebouwtjes van openbaar nut en het vergroten van de maatvoering van bouwwerken met 15%.
Artikel 19 Overgangsrecht bouwwerken
In dit artikel is onder meer aangegeven dat bouwwerken die ten tijde van inwerkingtreding van dit plan aanwezig zijn, mogen blijven bestaan, ondanks dat zij afwijken van het plan.
Artikel 20 Overgangsrecht gebruik
Gebruik van gronden en opstallen zoals dat op het moment van inwerkingtreding van dit plan plaatsvindt, mag -hoewel het afwijkt van het plan- worden gecontinueerd. Gebruik dat reeds onder het hiervoor geldende bestemmingsplan illegaal is aangevangen en ook volgens het nieuwe bestemmingsplan niet kan, blijft illegaal en mag dus niet worden voortgezet.