3.2.1 Regionale Woonvisie Holland Rijnland 2009-2019
De samenwerkende gemeenten in de regio en Holland Rijnland presenteren in de Regionale Woonvisie Holland Rijnland 2009-2019 hun visie op de gewenste ontwikkelingsrichting van de woningmarkt.
De Regionale Woonvisie Holland Rijnland 2009-2019 dient meerdere doelen:
- De samenwerkende gemeenten en Holland Rijnland stellen een perspectief vast dat zij met elkaar delen: visie, doelstellingen en afspraken;
- De Woonvisie vormt een basis voor het vaststellen van het kwantitatieve en kwalitatieve bouw-scenario en voor nadere afstemming over het bouwscenario gedurende de uitvoering;
- Er worden in de woonvisie afspraken geformuleerd over de wijze waarop de gemeenten zich verant-woorden over de uitvoering en over de wijze waarop gereageerd wordt op ontwikkelingen in de woningmarkt;
- De Woonvisie dient als beleidsmatig kader voor corporaties, projectontwikkelaars en bewoners en biedt houvast voor het eigen handelen van gemeenten;
- De Woonvisie dient, samen met de Regionale Structuurvisie, als beleidsmatig kader voor de regioinzet richting het Rijk, bijvoorbeeld bij de Verstedelijkingsafspraken.
De afspraken op een rij:
- De samenwerkende gemeenten spannen zich maximaal in om in de periode 2008-2019 in totaal netto 24.240 woningen toe te voegen aan de bestaande woningvoorraad (gemiddeld ruim 2.000 per jaar). Holland Rijnland faciliteert in 2009 de gemeenten hierbij door het inzetten van een woningbouwregisseur;
- Holland Rijnland voert jaarlijks, op basis van specifieke regiogegevens uit de provinciale woningmarktmonitor, in het eerste kwartaal een monitoring uit met betrekking tot de gerealiseerde toevoegingen en onttrekkingen aan de woningvoorraad en de voorgenomen bouwplannen van de gemeenten;
- Bij het niet nakomen van afspraken worden de gemeenten daarop publiekelijk door de regio Holland Rijnland aangesproken. De verdeling van toekomstige financiële middelen voor woningbouw van hogere overheden over de gemeenten wordt afhankelijk gemaakt van geleverde prestaties en van het nakomen van afspraken;
- Op basis van de jaarlijkse provinciale woningmarktmonitor monitort Holland Rijnland jaarlijks naast kwantitatieve woningmarktgegevens ook de kwalitatieve gegevens, zoals woonmilieus, woningtypen, prijsklassen en fasering. De samenwerkende gemeenten leveren jaarlijks ten behoeve van de provinciale woningmarktmonitor per project gegevens aan bij de Provincie. Er wordt regionaal niet gestuurd op woonmilieudifferentiatie;
- Alle regiogemeenten nemen het Regionaal Beleidskader Duurzame Stedenbouw in acht, zoals is afgesproken, bijvoorbeeld bij de (her)ontwikkeling van grote woningbouwlocaties of van bedrijventerreinen;
- Nagegaan wordt of in 2010 in alle regiogemeenten met projectontwikkelaars en corporaties afspraken gemaakt kunnen worden met inachtneming van de eisen uit de DuBoPlus Richtlijn;
- Regiogemeenten zullen kennis uitwisselen over de toepassing van het RBDS en de DuBoPlus Richtlijn bij nieuwbouw van woningen en renovatie bij herstructurering of stedelijke vernieuwing;
- Holland Rijnland en de samenwerkende gemeenten hanteren als ondergrens voor het aantal bereikbare sociale huurwoningen per gemeente 1,5 keer de omvang van de aandachtsgroep (zonder studenten). Holland Rijnland voert jaarlijks een monitoring uit naar de omvang van de aandachtsgroep en het aantal bereikbare sociale huurwoningen. De gemeenten leveren de gegevens aan, waaronder niet alleen toevoegingen van sociale huurwoningen maar ook eventuele onttrekkingen door sloop of verkoop en huurprijsaanpassingen;
In het gezamenlijk gemeentelijke nieuwbouwprogramma (2000-2020) wordt een minimumpercentage aan sociale woningen (sociale huurwoningen tot € 631,73 per maand en goedkope koopwoningen tot € 191.580,- ) opgenomen, namelijk:
- Leiden kan volstaan met 20% aan sociale woningen;
- Katwijk kan volstaan met 20-30% aan sociale woningen binnen de gemeentegrens van voor 1-1-2006, voor alle gezamenlijke locaties in Katwijk, inclusief de nieuwbouw in de uitleglocatie Valkenburg dient 30% van de woningbouw sociaal te zijn;
- In alle andere gemeenten dient 30% van de woningbouw sociaal te zijn.
- De gemeenten spannen zich maximaal in om de nieuw te bouwen goedkope koopwoningen (tot € 191.580,-) en de sociale huurwoningen (tot € 631,73) zo lang mogelijk te behouden voor de sociale doelgroep. Dat doen zij bijvoorbeeld door in prestatieafspraken een termijn van tenminste 15 jaar voor de sociale exploitatie van deze woningen vast te leggen;
- Holland Rijnland initieert in samenwerking met de gemeenten Hillegom, Noordwijkerhout, Katwijk, Noordwijk, Teylingen en Lisse een onderzoek naar de (te verwachten) omvang en de woningbehoefte van de groep tijdelijke arbeidsmigranten uit Oost-Europa, de zgn. Tamoe’s. Het is nodig de effecten op de regionale woningbouwopgave te specificeren en inzichtelijk te maken. Reeds ontplooide initiatieven worden meegenomen in het onderzoek;
- De samenwerkende gemeenten overleggen op lokaal niveau met de woningcorporaties over de realisering van de sociale woningen volgens het sterrensysteem. Het streven is dat minstens de helft (50%) van alle sociale nieuwbouwwoningen als minimaal 1-ster woning wordt gebouwd. De streefaantallen voor meer sterren zijn die uit de Regionale Afspraken Wonen Zorg en Welzijn. De gemeenten registreren alle nieuwbouwwoningen conform het sterrensysteem en Holland Rijnland neemt deze registratie mee in de jaarlijkse monitor;
- De samenwerkende gemeenten voeren de afspraken van het Regionaal Kompas uit, waarbij Holland Rijnland waar nodig bemiddelt en overleggen met zorginstanties en huisvesters faciliteert;
Holland Rijnland en de samenwerkende gemeenten bespreken de jaarlijkse rapportage Monitor Woningmarkt in het portefeuillehouderoverleg. Holland Rijnland neemt het voortouw voor dit overleg.
Conclusie
Uit de regionale woonvisie blijkt dat de samenwerkende gemeenten zich inspannen om in de periode 2008-2019 in totaal 24.240 woningen te realiseren. Onderhavig plangebied valt binnen het de stedelijke kern van Roelofarendsveen. In het Gebiedsplan Roelofarendsveen is op 17 mei 2005 door de gemeenteraad gekozen voor het aantal van 2500 woningen op basis van een bouwtempo van 25 jaar. Op basis van deze aanname zijn de woningbouwafspraken binnen de regio Holland Rijnland aangepast en is er ook het aantal van 2500 woningen opgenomen in de regionale woonvisie. Op deze manier houden de regionale woningbouwprognoses rekening met de taakstelling vanuit Kaag en Braassem. Gelet op de aard en de omvang van het plan kan worden geconcludeerd dat de ontwikkeling aansluit bij de beoogde groei en ontwikkeling op het gebied van wonen. Onderhavig bouwplan past binnen de uitgangspunten van de regionale woonvisie.