Type plan: projectbesluit
Naam van het plan: Spoorstraat 1 te Roelofarendsveen
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1884.PBKBSPOORSTRAAT1-VAS1

3.3 Provinciaal beleid

In het provinciaal beleid vormt met name de Nota Regels voor Ruimte het relevante beleidskader. Desalniettemin zullen de provinciale structuurvisies de revue passeren.
3.3.1 Nota 'Regels voor ruimte'
Op 8 maart 2005 hebben Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland de nota Regels voor Ruimte vastgesteld. De voorloper van de Nota Regels voor Ruimte is de Nota Planbeoordeling 2002. Vanaf 1 januari 2007 geldt de een herziene versie van de nota Regels voor Ruimte. De nota vormt samen met de streekplannen het beoordelingskader van de Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland. Daarnaast zijn er beleidsregels in de nota opgenomen waaraan ruimtelijke plannen kunnen worden getoetst. De nota is gericht op het beschermen van de wezenlijke ruimtelijke belangen in de provincie, waarbij ruimte wordt gegeven aan lokale overheden om de belangen van lokaal niveau op eigen wijze te beschermen en te ontwikkelen.
 
Bij het opstellen van de nota is heeft het ruimte geven aan elkaar centraal gestaan, wat eveneens geldt voor de Nota Ruimte (paragraaf 3.1.1). Ook binnen de provinciale ruimtelijke ordening zal het accent verschuiven 'toelatingsplanologie' naar 'ontwikkelingsplanologie'. Hier ligt de nadruk op het ontwikkelen van een duurzame omgevingskwaliteit en geeft de provincie op een actieve wijze invulling aan economische, ecologische en sociaal-culturele duurzaamheid.
 
De nota bevat toetsingskaders voor ruimtelijke plannen met betrekking tot de onderwerpen 'economie, mobiliteit en samenleving', 'landelijk gebied', 'milieu', 'water' en 'cultureel erfgoed'. Voor deze ruimtelijke onderbouwing is het onderwerp ‘economie, mobiliteit en samenleving’ het meest relevant. De provincie stelt de volgende voorwaarden aan ruimtelijke plannen met betrekking tot ‘economie, mobiliteit en samenleving’:
  • In ruimtelijke plannen dient inzicht te worden te worden gegeven in hoeverre uitgegaan is van intensief en meervoudig ruimtegebruik, in het bijzonder waar het gaat om de realisatie van knopen en overige HOV-locaties.
  • Een advies van het Regionaal Economisch Overleg (REO) is vereist bij plannen die, al dan niet in samenhang met andere plannen, voorzien in detailhandel of vrijetijdsvoorziening met een bedrijfsvloeroppervlak (bvo) van 1.000 m2 of meer.
  • In ruimtelijke plannen ten behoeve van omvangrijke ontwikkelingen met bedrijven, woningbouw en voorzieningen moet inzicht worden gegeven in:
  • de mobiliteit die wordt gegenereerd door het plan door middel van een mobiliteitsef-fectoets;
  • de ontsluiting (parkeren, langzaam verkeer, openbaar vervoer, wegen, transport over water);
  • het regionaal verkeers- en vervoersbeleid, waaronder verkeersveiligheid;
  • de gevolgen voor provinciale en rijkswegen;
  • de te treffen maatregelen om de bereikbaarheid te garanderen en om bereikbaarheidsproblemen in de (directe) omgeving te beheersen, met inbegrip van de haalbaarheid van de maatregelen.
  • Onder omvangrijke ontwikkelingen wordt in ieder geval verstaan 10 of meer hectare bedrijventerrein, 5.000 of meer m2 kantoren, 10.000 of meer m2 detailhandel, 500 of meer woningen, toeristisch-recreatieve voorzieningen met meer dan 100.000 bezoekers per jaar, onderwijsinstellingen voor 1.000 leerlingen of meer en ziekenhuizen met 250 bedden of meer.
  • In ruimtelijke plannen voor bedrijventerreinen en kantorenlocaties dient aandacht te worden besteed aan de regionale context, waarbij inzichtelijk dient te worden gemaakt hoe een dergelijk gebied dan wel een dergelijke locatie past binnen de regionale opgave.
     
    Conclusie
    De ontwikkeling omvat de bouw van woningen in bestaand stedelijk gebied. De ontwikkeling doet geen afbreuk aan de aanwezige structuur en draagt bij aan de omgevingskwaliteit. Het plan is derhalve in overeenstemming met de uitgangspunten van de nota 'Regels voor ruimte'.
3.3.2 Structuurvisie Zuid-Holland 2020
De provincie Zuid-Holland heeft voor de gehele provincie een structuurvisie [1] opgesteld. De Provinciale ruimtelijke structuurvisie Zuid-Holland 2020 is voor de provincie een zelfbindend en richtinggevend document, waarin de streekplangebieden in onderlinge samenhang worden bezien. De ruimtelijke strategie is hierin op een hoger schaalniveau tot 2020 in beeld gebracht, met een doorkijk naar een nog langere termijn. Dat maakt het mogelijk op dat hogere niveau afwegingen te maken en ruimtelijke ontwikkelingen te initiëren en te stimuleren. De structuurvisie kan een rol gaan spelen in een actief provinciaal ruimtelijk ontwikkelingsbeleid, in samenwerking met andere partijen.
 
Conclusie
Door het provinciale karakter van de ruimtelijke structuurvisie Zuid-Holland 2020 en de kleine schaal van onderhavig plan, heeft deze ruimtelijke onderbouwing nauwelijks raakvlak met dit provinciale beleid. Desalniettemin kan geconcludeerd worden dat dit plan niet in strijd is met deze provinciale structuurvisie.


[1] Provinciale Staten van Zuid-Holland (13 oktober 2004) Provinciale ruimtelijke structuurvisie Zuid-Holland 2020
3.3.3 Streekplan Zuid-Holland West
Het streekplan Zuid-Holland West waar de gemeente binnen valt, blijft op basis van de overgangsbepalingen nieuwe Wet ruimtelijke ordening als structuurvisie bestaan.
 
Het streekplan Zuid-Holland West [1] geeft een samenhangende visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Zuid-Holland West voor de periode tot aan 2015. Het ruimtelijk beleid van de provincie is gericht op verbetering van het woon- en leefklimaat in Zuid-Holland West door een verdergaande ruimtelijke en functionele differentiatie. Die wordt verkregen door het scheiden van stedelijke eenheden en het versterken van de groene en blauwe kwaliteiten in tussenliggende gebieden. Tevens ligt het accent op het handhaven en beschermen van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden gekoppeld aan versterking van de recreatieve functie van het gebied.
 
De gemeente Kaag en Braassem en het plangebied liggen volgens het streekplan Zuid-Holland West in het Hollands Plassengebied. Het Hollands Plassengebied maakt deel uit van het Nationaal Landschap Groene Hart, waarop specifiek rijksbeleid van toepassing is. Het Hollands Plassengebied maakt bovendien deel uit van het gebied, waarvoor medio 2002 het Landschapsbeleidsplan voor de Leidse Regio en Warmond is vastgesteld. Het Hollands Plassengebied omvat de Kagerplassen en omgeving, het veenweidegebied rond Oud Ade alsmede het gebied ten noorden van de Oude Rijn rond Leiderdorp. Het gebied wordt gekenmerkt door openheid en de afwisseling tussen veenweidegebied, water, recreatie en natuur. De Kagerplassen vormen samen met de omringende plassen in de omgeving een internationaal bekend watersportgebied. Veehouderij en waterrecreatie zijn de voornaamste economische dragers. Rond Roelofarendsveen vormt de glastuinbouw een derde economische factor in het gebied.
 
Het accent in de ruimtelijke ontwikkeling ligt op het handhaven en beschermen van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden gekoppeld aan versterking van de recreatieve functie van het gebied.
 
Verder staat in het streekplan vermeld dat de ruimte voor wonen nog strikter dan in het verleden, binnen bestaand stedelijk gebied kan en moet worden gerealiseerd. In dit streekplan is ervoor gekozen het stedelijk ruimtebeslag met behulp van rode bebouwingscontouren te sturen. De rode contouren zijn getrokken rond bestaand stedelijk gebied. Met deze contouren wordt het gebied, waarbinnen de verstedelijkingsopgaven tot 2015 moet worden gerealiseerd, vastgelegd. De rode contouren in dit streekplan zijn bepaald op basis van ruimtelijke randvoorwaarden, de toetsing aan de ruimtelijke opgaven, het groenblauwe raamwerk en het infrastructurele netwerk. Binnen de rode contouren wordt vooralsnog tot 2015 ruimte geboden voor wonen, werken en andere stedelijke voorzieningen.
 
De rode contour van de gemeente Kaag en Braassem ziet er na de derde partiële herziening van Streekplan Zuid-Holland West uit zoals weergegeven in onderstaande plattegrond. De projectlocatie valt binnen de rode contour.
 
Rode contour streekplan
 
Conclusie
Het plangebied is binnen de rode contour van Roelofarendsveen gelegen. Het bouwplan is daarmee passend binnen het provinciale beleid zoals geformuleerd in het streekplan Zuid-Holland West.


[1] Provinciale Staten van Zuid-Holland (19 februari 2003) Streekplan Zuid-Holland West
3.3.4 Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS)
De Provinciaal Ecologische Hoofdstructuur (afgekort PEHS) is een samenhangend netwerk van belangrijke natuurgebieden in de Provincie. De PEHS bestaat uit bestaande natuurgebieden, nieuwe natuurgebieden en ecologische verbindingszones. De PEHS is gebaseerd op de nationale Ecologische Hoofdstructuur.
 
Provinciaal Ecologische Hoofdstructuur (Zuid-Holland)
 
Conclusie
Het plangebied valt niet binnen de PEHS. Vanuit de PEHS volgen dan ook geen directe aanwijzingen en of randvoorwaarden waar rekening mee gehouden moet worden.
3.3.5 Woonvisie Zuid-Holland
entraal in het provinciale woonbeleid staat het uitgangspunt dat er voor alle bevolkingsgroepen naar gestreefd wordt dat zij kunnen beschikken over passende woningen. In de woonvisie [1] wordt daarom zorgvuldig gekeken naar de behoefte aan sociale woningbouw en het scheppen van woonmilieus voor midden- en hogere inkomens. Naast de enorme behoefte die er is aan woningen voor ouderen en jongeren, blijft er vanzelfsprekend aandacht voor de gezinshuishoudens. Die provinciale rol is overigens niet allesbepalend. De provincie wil ervoor zorgen dat bij de voorbereiding van woonvisies (toekomstige) bewoners betrokken worden of dat er onderzoek naar woonvoorkeuren wordt gedaan. Daarnaast moet worden gezorgd voor voldoende differentiatie: voor elk wat wils. Ook al is er nog zo’n grote behoefte aan woningen voor senioren en starters, er dient voor gezorgd te worden dat dit niet tot grootschalige, uniforme projecten leidt of tot eenzijdig samengestelde wijken.
 
Conclusie
Onderhavig woonproject is gezien het feit dat met de nieuwbouw beter aangesloten wordt op de huidige woonwensen, passend binnen de provinciale woonvisie. 

 
[1] Provinciale Staten van Zuid-Holland (25 januari 2005) Woonvisie Zuid-Holland 2005-2014; samenhang en samenspel
3.3.6 Ontwerp Provinciale Structuurvisie: Visie op Zuid-Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte
De provincie ontwikkelt momenteel een integrale structuurvisie voor de ruimtelijke ordening, Visie op Zuid-Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte [1]. De visie is samen met de verordening (paragraaf 3.3.6) op 3 november 2009 door de Gedeputeerde staten vastgesteld. In de visie weerlegt de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. Het doel van de visie is om duidelijk te hebben hoe de ruimtelijke ontwikkeling er tot 2040 uit komt te zien. Om zodoende, met hulp van inwoners en betrokken partijen, het toekomstbeeld van de provincie is te vullen.
 
De kern van de visie is: ‘Een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk realiseren. Hierin is het goed wonen, werken en leven voor de inwoners. Deze toekomstige ruimtelijke inrichting versterkt de econo-mische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor natuur en water zijn kenmerkend voor de provincie. Een brede landbouw is drager van het landschap.’
 
In de structuurvisie zijn tevens de ambities vastgelegd. Relevant voor onderhavig plan zijn de ambities op het gebied van wonen. Het beleid heeft een aantrekkelijk woon- en leefklimaat als doel. Dit wil men bereiken door een aantrekkelijk aanbod van woonmilieus en voorzieningen. Onderhavig plan voorziet in een divers aanbod en de voorziening van voldoende parkeergelegenheid in stedelijk gebied. De kern Roelofarendsveen is gelegen in het landelijke gebied van het Groene Hart. Met betrekking tot wonen ligt, volgens de structuurvisie, het bouwtempo hier lager dan gepland. De toevoeging van woningen binnen de kernen is derhalve een gewenste ontwikkeling.
 
Regioprofielen Cultuurhistorie
Nauw verbonden met de structuurvisie zijn de Regioprofielen Cultuurhistorie. De Regioprofielen Cultuurhistorie zijn op 22 september 2009 door het provinciebestuur vastgesteld als ontwerp. De stukken hebben van 23 november tot en met 17 januari 2010 ter inzage gelegen voor inspraak. De provincie is van mening dat de cultuurhistorie een belangrijke rol speelt in de kwaliteit van de leefomgeving. De provincie heeft zestien Regioprofielen opgesteld, met als doel het behouden of inpassen van cultuurhistorie bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De aangewezen profielen dienen als een handreiking en sturingskader voor gemeenten, waterschappen, terreinbeheerders en adviesbureaus om het aspect cultuurhistorie op te nemen in ruimtelijke plannen zoals die staan in de ontwerp Provinciale Structuurvisie. De Provinciale Structuurvisie vormt samen met de Regioprofielen Cultuurhistorie het kader waarbinnen de provincie stuurt op cultuurhistorie en ruimtelijke ordening. Aan de hand van de kwaliteitskaart uit de ontwerp Provinciale Structuurvisie kan men vaststellen of er in de omgeving van de ruimtelijke ontwikkeling belangrijke cultuurhistorische factoren aanwezig zijn.
 
Uitsnede kwaliteitskaart ontwerp Provinciale Structuurvisie
 
Uit raadpleging van de kwaliteitskaart van de Provinciale Structuurvisie volgt dat het plangebied is gelegen binnen het 'dorpsgebied' van Roelofarendsveen. Het plan is geen onderdeel van een kenmerkend landschapselement of een gebied dat is aangewezen als cultureel erfgoed.
 
Conclusie
De ontwikkeling van het appartementencomplex draagt bij aan de diverse woonvraag en zorgt in geen gevallen voor een afbreuk aan de leefomgeving van de bewoners van de Roelofarendsveen. Het plangebied is niet gelegen in één van de Regioprofielen Cultuurhistorie. De ontwikkeling doet geen afbreuk aan de cultuurhistorische waarde. De ontwikkeling van het appartementencomplex is in overeenstemming met het beleid van provinciale structuurvisie: Visie op Zuid-Holland.


[1] Provinciale Staten van Zuid-Holland (28 april 2009) Ontwerp Provinciale Structuurvisie: Visie op Zuid-Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte
3.3.7 Ontwerp Provinciale Verordening
De Verordening Ruimte draagt bij aan het realiseren van de provinciaal ruimtelijke belangen en doelen zoals die benoemd zijn in de structuurvisie Ruimtelijke Ordening en bevat hiertoe instructieregels die van belang zijn voor gemeenten bij het opstellen van hun bestemmingsplannen.
 
In dit geval draagt de Verordening Ruimte Zuid-Holland [1] bij aan de ruimtelijke doelen en belangen van de provinciale structuurvisie 'ontwikkelen met schaarse ruimte'. Op 13 mei 2009 hebben gezamenlijke Staten-commissies Ruimte en Wonen, Mobiliteit, Kennis en Economie en Groen, Water en Milieu de ontwerpvisie ‘Visie op Zuid-Holland’ en het voorontwerp Verordening Ruimte besproken. Hier is uit gekomen dat de ontwerpstructuurvisie en de voorontwerpverordening op onderdelen verbeterd moeten worden. Begin oktober 2009 hebben de gezamenlijke commissies opnieuw advies geven over vrijgave van de stukken voor inspraak. Op 3 november 2009 heeft de gedeputeerde staten de Verordening Ruimte vastgesteld en vrij gegeven voor inspraak.
 
Conclusie
Onderhavig plan betreft de bouw van woningen in bestaand stedelijk gebied. Uit het ontwerp van de provinciale verordening ruimte volgt dat bebouwing binnen de bebouwingscontouren is toegestaan. Derhalve kan gesteld worden dat het plan niet in strijd is met de regels uit het ontwerp van de provinciale verordening ruimte.


[1] Provinciale Staten van Zuid-Holland (28 april 2009) Ontwerp Provinciale Verordening